C
B E D I E N I N G
1
80
Steek de stekker in het stopcontact.
Druk op de
-toets om de airconditioner in te schakelen.
Met de
-toets kunt u de gewenste functie instellen. Door op de
drukken verspringt de functie van het apparaat als volgt:
•
Koelen, het groene lampje gaat branden.
•
Ontvochtigen, het oranje lampje gaat branden.
•
Lucht circuleren, het gele lampje gaat branden.
KOELEN
Wanneer het apparaat in deze functie is ingesteld kunt u de volgende
handelingen verrichten:
•
Met de
-toets kunt u de gewenste ventilatorsnelheid instellen. Door op
de
-toets te drukken verspringt de ventilatorsnelheid als volgt:
-
Hoogste snelheid
-
Middelste snelheid
-
Laagste snelheid
•
Met de knoppen
(tussen 16°C en 32°C). Het display toont deze instelling. Tijdens het
instellen van de temperatuur gaat het lampje "set temp" branden. Na 15
seconden zal de gemeten kamertemperatuur verschijnen. Het lampje
"Room temp" zal gaan branden.
Het hangt af van de omgevingscondities af of de gewenste temperatuur
ook werkelijk bereikt kan worden: Het is normaal wanneer de kamer
temperatuur boven de "set temp" blijft.
ONTVOCHTIGEN
Als het apparaat (vrijwel) uitsluitend als ontvochtiger wordt gebruikt, bre n g
dan niet de luchtafvoerslang aan en laat de warme lucht teru g s t romen in de
te ontvochtigen ruimte. U dient wel een waterafvloerslang op de vaste
afvoer aan te brengen (zie hoofdstuk G).
Bij gebruik van de ontvochtigings functie kunt u geen gebruik maken van de
-toets: "Ventilatorsnelheid". Deze zal automatisch op 'middelste snelheid'
staan. Tevens kunt u de temperatuur niet meer instellen met de knoppen
en
.
en
w o rdt de gewenste temperatuur ingesteld
-toets te