HOOFDSTUK 3 BEDIENINGSORGANEN
1) "Dode man" koppelingshendel
Gebruik deze hendel voor de in- of uitschakeling van de rijkoppeling en
voor de inschakeling van de parkeerrem.
De rupsbanden draaien indien de hendel omlaag staat op de stuurstang
terwijl de motor draait.
Wanneer de hendel losgelaten wordt, neemt de koppeling de uitgeschakelde
stand aan en wordt de rem ingeschakeld.
2) Deblokkeerhendel en linkerrem
Trek de hendel omhoog om naar links te draaien.
3) Versnellingshendel
Gebruik deze hendel om de snelheid van de motor te verhogen of te ver-
lagen en om de motore te starten (start) of uit te schakelen (off)
4) Deblokkeerhendel en rechterrem
Trek de hendel omhoog om naar rechts te draaien.
5) Startkoord
Gebruiken om de motor te starten.
6) Hendel voor de versnellingen
Gebruiken voor de posities F1, F2 of R1, R2
7) Blokkeerhendel van de laadbak. Gebruik deze hendel om de laadbak
op te tillen en in de kantelpositie te zetten.
17