DIP-schakelaars
1 – Begrenzer
Begrenst het uitgangsniveau naar de oortelefoon. Omhoog – AAN
(fabrieksinstelling); omlaag – UIT. BELANGRIJK: Laat de begrenzer
op AAN staan. Bij deze instelling is uw gehoor beschermd tegen
onvoorziene pieksignalen – Opgelet: uw gehoor is hiermee niet
beschermd tegen aanhoudend hoge geluiddrukniveaus.
2 – Uitgang naar oortelefoon
Schakelt de oortelefoon over tussen Mix en Stereo.
Omhoog – Mix; omlaag – Stereo (fabrieksinstelling).
Basisfunctie
In de Stereo-instelling (omlaag) wordt het L/1-signaal naar de linkerkant
van de oortelefoon en het R/2-signaal naar de rechterkant van de
oortelefoon gestuurd. In de Mix-instelling (omhoog) wordt een gecombineerd
signaal L/1 + R/2 naar beide kanten van de oortelefoon gestuurd.
Geavanceerde functie
Deze DIP-schakelaars werken samen met de instellingen van de
moduskeuzeschakelaar (4) (zie verder). Schema's voor gecombineerde
instellingen: zie pagina 82-83.
3—Mic/Line
Met de Mic/Line-schakelaar kan de Aux ingang tussen mic-level en
line-level worden overgeschakeld.
Omhoog – Mic; omlaag – Line (fabrieksinstelling). Zie pagina 82.83 voor
meer informatie.
4—Moduskeuzeschakelaar: Mono/Stereo
Met de moduskeuzeschakelaar kan de ontvangstmodus tussen Mono
en Stereo worden overgeschakeld.
Omhoog – Mono; omlaag – Stereo (fabrieksinstelling).
Deze schakelaar wordt samen gebruikt met de uitgang naar de
oortelefoon (2), als volgt:
Stereo modus en Stereo uitgang. Zie afbeelding A op pagina 82.
2 4
2 in Stereo uitgang (omlaag)
4 in Stereo modus (omlaag)
De batterijen in uw M2R stereo-ontvanger plaatsen
De Stereo/Stereo configuratie werkt als volgt: het L/1-ingangssignaal wordt
naar de linkerkant van de oortelefoon gestuurd; het R/1-ingangssignaal
wordt naar de rechterkant van de oortelefoon gestuurd. Gebruik de
balansregeling van de ontvanger om het stereobeeld bij te stellen.
Stereo modus en Mix uitgang. Zie afbeelding B op pagina 82.
2 4
2 in Mix uitgang (omhoog)
4 in Stereo modus (omlaag)
De Stereo/Mix configuratie werkt als volgt: de signalen van de L/1-
en de R/2-uitgang worden beide naar de linker- en de rechterkant van
de oortelefoon gestuurd. Gebruik de balansregeling van de ontvanger
als volgt: draai de regeling rechtsom voor een sterker R/2-signaal en
een zwakker L/1-signaal; draai de regeling linksom voor een sterker
L/1-signaal en een zwakker R/2-signaal. (Bij elke instelling van de
balansregeling blijft het totale volume linkerkant + rechterkant van de
oortelefoon gelijk).
Mono modus.
(instelling van de uitgang niet van belang; Mix of Stereo geven hetzelfde
resultaat)
4
Uitgang (omhoog of omlaag)
4 in Mono modus (omhoog)
De Mono/Mix configuratie werkt als volgt: er is slechts één uitgang
vanuit uw mixer (aangesloten op de L/1-of de R/2-ingang van uw
zender). Dit signaal wordt zowel naar de linker- als naar de rechterkant
van de oortelefoon gestuurd.
Als een tweesignaals transmissie niet nodig is kan de Mono modus
worden gebruikt om een betere signaal-ruisverhouding te verkrijgen.
Elke M2R stereo-ontvanger gebruikt twee 1,5 V AA batterijen (batterijen
niet meegeleverd). Alkaline batterijen worden aanbevolen. Vervang
steeds beide batterijen tegelijk. Controleer of de ontvanger is
uitgeschakeld alvorens de batterijen te vervangen.
1. Open het batterijvak: schuif de lipjes in de richting van de pijltjes en
draai het deksel weg.
2. Plaats voorzichtig twee nieuwe 1,5 V AA alkaline batterijen in het
vak en let op de juiste plaatsing vande polen.
3. Sluit het deksel en wees er zeker van dat de vergrendeling op
hun plaats zijn geklikt.
Opmerking: Vervang de batterijen als het indicatielampje van het
batterijniveau rood brandt.
79
NE