46
I N L
MONTAGE VAN DE AANDRIJVER
1) Bevestig de aandrijver en controleer of hij exact op de goede plaats zit 15 - 16 .
2) Geadviseerd wordt om in deze fase de uitgaande as van de aandrijver en de bevestigingspennen van de hendels
te smeren.
3) Plaats de hendel op de reductoras zonder bevestigingmiddelen met de gepaste plug 20 .
4) Monteer staaf en pennen met behulp van de voorziene spieën 20 .
5) Als u elektrische eindschakelaars gebruikt, zie volgende paragraaf alvorens verder te gaan.
6) Bevestig de hendel die past op punt 3 van de reductor as met de gepaste plug
PLAATSING EN AFREGELING VAN DE EINDEAANSLAG GROEP
1) Monteer de twee cilinderkopschroeven e 18 rechtstreeks op het aandrijverlichaam.
2) Zet de sensorkaart c
hierbij op dat de uitgangskabel in de groeven wordt gelegd die aanwezig zijn op de aandrijver.
3) Monteer de twee eindaanslagen 19 met de schroeven en moeren 20 met de sensor als uitgangspunt, en
bevestig een van de aanslagen in de open positie van de poort en de tweede in de gesloten positie van de poort,
handmatig openen van de vleugel (enkel als de uitgaande hefboom niet vast is gezet met een gepaste plug).
Er zijn verschillende plaatsen op de eindaanslag groep waar u de magneten kunt plaatsen met stoppen van 5°; als u
twee magneten gebruikt (vertraging mogelijk op het einde van de beweging), is het aanbevolen om altijd twee lege
plaatsen te laten tussen de twee magneten. Let op bij het verplaatsen van de magneten dat ze niet worden gedraaid.
Als de sensor niet wordt gelezen, kunt u in de hoogte verstellen door het losdraaien van de bevestigingsschroeven f 18
en vastdraaien of losdraaien van de schroef e 18 . Nadien dienen de schroeven f 18 te worden aangedraaid.
In ieder geval altijd verwijzen naar de handleiding van de besturingseenheid voor de behandeling van de einderitsschakelaars.
INBEDRIJFSTELLING
• Programmeer de elektronische kaart volgens de vereisten, overeenkomstig de betreffende aanwijzingen.
• Voed de aandrijver en controleer de toestand van de leds overeenkomstig de tabel in de instructies over het
elektronische gedeelte.
TEST VAN DE AUTOMATISERING
Controleer de complete automatisering, inclusief alle hiermee verbonden accessoires.
Verschaf gebruiksaanwijzingen aan de klant en licht de correcte werking en het gebruik van de automatisering, de
voorzorgen, signaleringen en veiligheidsvoorzieningen toe.
HANDBEDIENING
Als het nodig mocht zijn het hek met de hand te bedienen, moet de handmatige ontgrendelinrichting met de sleutel
worden bediend.
N.B.: de ontgrendelmanoeuvres mogen alleen in noodsituaties worden verricht en met AFGEKOPPELDE
STROOMVOORZIENING.
[
]
[18]
vast met de twee schroeven f
[
]
[
]
[
] [
]
[
[
]
[21]
.
[
]
18 boven de twee schroeven e 18 , en let
[
]
[
]
GROUND
]
[
]
[ ]