Display-instellingen
[BRIGHTNESS]
Stel de helderheid voor het display en de toetsen voor dag en nacht afzonderlijk in.
1 [DAY]
[NIGHT]
/
: Kies dag of nacht.
2
Kies een zone. (Zie de afbeelding op pagina 12.)
3 [LEVEL 00]
tot
[LEVEL 31]
[TEXT SCROLL]
[SCROLL ONCE]
*2
: Eenmaal rollend tonen van de display-informatie. ;
[SCROLL AUTO]
: Het rollen van tekst wordt herhaald met intervallen van
[SCROLL OFF]
5 seconden. ;
*1 Het verlichtingsdraad moet worden verbonden. (Pagina 18)
*2 Bepaalde tekens en symbolen worden niet juist getoond of er verschijnt een blanco voor in de plaats.
: Stel het helderheidsniveau in.
: Geannuleerd.
[COLOR]
[PRESET]
Kiest verlichtingskleur voor de kleurzone.
[COLOR 01]
[COLOR 49]
•
tot
[USER]
•
: De kleur die u voor
wordt getoond.
[COLOR FLOW01]
•
verschillende snelheden.
[DAY COLOR]
Legt uw eigen kleuren voor dag en nacht voor de verlichting van de kleurzone vast.
1 [RED]
[GREEN]
[BLUE]
/
/
2 [00]
[31]
tot
: Kies het niveau.
Herhaal stappen 1 en 2 voor alle primaire kleuren.
[NIGHT COLOR]
• De instelling wordt onder
•
[NIGHT COLOR]
of
en uit te schakelen.
[MENU COLOR]
[ON]
: De verlichtingskleur van de kleurzone verandert in witte kleur wanneer
instellingen worden uitgevoerd op menu- en lijstzoekopdrachten, behalve in de
kleurinstellingsmodus. ;
[DAY COLOR]
[NIGHT COLOR]
of
heeft gemaakt,
[COLOR FLOW03]
tot
: De kleur verandert bij de
: Kies een primaire kleur.
[USER]
[PRESET]
in
vastgelegd.
[DAY COLOR]
verandert door de koplampen van de auto in
[OFF]
: Geannuleerd.
NEDERLANDS
13