2.3 Instellen van de kniplengte (zie figuur 4)
De standaard ingestelde kniplengte zonder opzetkam is 0 mm. Deze kan worden
aangepast tot 1,6 mm door te drukken op de instelhendel (G).
Er zijn zes kniplengtes: 0 mm; 0,9 mm; 1,1 mm; 1,3 mm; 1,45 mm en 1,6 mm.
Ga als volgt te werk om de kniplengte in te stellen:
Zet de wielknop (B) in de vergrendelstand (fig. 4a).
Kies de gewenste kniplengte uit de 6 mogelijkheden door te drukken op de
instelhendel (fig. 4b). Ontgrendel de blokkeerknop (B) om de instelhendel (G)
los te maken (fig. 4c).
2.4 Een opzetkam gebruiken
De kniplengte kan vergroot worden door gebruik te maken van een opzetkam (fig
4d).
Er zijn 4 opzetkammen met kniplengtes van 3, 6, 9 en 12 mm.
Om een opzetkam op te zetten, moet de tondeuse uitgeschakeld en uit het
stopcontact getrokken zijn.
Plaats de opzetkam: Schuif de opzetkam op de scheerkop tot aan de aanslagpen.
Verwijder de opzetkam: houd de kam aan de zijkanten vast en trek deze naar
achteren.
49
NL