7. Proefdraaien
Stap 5 Stop het proefdraaien.
1 Druk op de [AAN/UIT]-toets om het proefdraaien te stoppen. (Het Test run-menu (Proefdraaien) wordt weergegeven.)
Opmerking: zie de volgende tabel als er een fout op de afstandsbediening wordt weergegeven.
LCD
Beschrijving van storing
P1
Inlaatsensorfout
P2
Pijpsensorfout (vloeistofpijp)
Vlotterschakelaar voor afvoer
P4
losgekoppeld (CN4F)
Actie t.b.v. overloopbeveiliging voor
P5
afvoer
Actie t.b.v. bevriezings-/
P6
oververhittingsbeveiliging
P8
Pijptemperatuurfout
Zie de volgende tabel voor de informatie over het LED-display (LED 1, 2 en 3) op het bedieningspaneel van de binnenunit.
LED 1 (voeding voor microcomputer)
LED 2 (voeding voor afstandsbediening)
LED 3 (communicatie tussen binnen- en buitenunit) Geeft aan of de binnen- en buitenunit met elkaar communiceren. Zorg ervoor dat deze LED altijd knippert.
ON/OFF
7
MODE
3,4
CHECK
TEST RUN
2
Fig. 7-5
ON/OFF
4
MODE
CHECK
2
TEST RUN
Fig. 7-6
74
LCD
P9
PA
Pb
PL
FB
U*, F*
(* staat voor een
alfanumeriek
teken met
uitzondering van
FB.)
Geeft aan of er spanning voor de bediening wordt geleverd. Zorg ervoor dat deze LED altijd brandt.
Geeft aan of er spanning aan de afstandsbediening met draad wordt geleverd. De LED brandt alleen voor de binnenunit
die is aangesloten op de buitenunit met het adres 0.
A
TEST RUN
TEMP
FAN
AUTO STOP
5
VANE
AUTO START
6
LOUVER
h
min
SET
RESET
CLOCK
A
B
CHECK
TEMP
FAN
AUTO STOP
VANE
AUTO START
LOUVER
h
3
min
SET
RESET
CLOCK
Beschrijving van storing
Pijpsensorfout (dubbelwandige pijp)
Lekkagefout (koelsysteem)
Fout ventilatormotor binnenunit
Abnormaal koelmiddelcircuit
Fout bedieningspaneel binnenunit
Storing buitenunit.
Raadpleeg het aansluitschema voor de
buitenunit.
7.2.2. De draadloze afstandsbediening gebruiken (Fig. 7-5)
1 Schakel minstens 12 uur voor het proefdraaien de netspanning op het apparaat.
2 Druk twee keer achter elkaar op de toets
(Voer deze handeling uit wanneer het display van de afstandsbediening is
uitgeschakeld.)
A TEST RUN en de huidige stand worden weergegeven.
MODE
3 Druk op de
stellen; controleer daarna of er koude lucht uit het apparaat wordt geblazen.
MODE
4 Druk op de
werking te stellen; controleer daarna of er verwarmde lucht uit het apparaat
wordt geblazen.
FAN
5 Druk op de knop
en controleer of het toerental van de ventilator verandert.
VANE
6 Druk op de VANE
lamellenrooster goed werkt.
7 Druk op ON/OFF (AAN/UIT) om het proefdraaien te beëindigen.
Opmerking:
• Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor van het
binnenapparaat en voer de stappen 2 t/m 7 uit.
• Het apparaat kan in de werkstanden VENTILATOR, DROGEN en AUTO niet
in werking worden gezet.
7.2.3. Met SW4 in het buitenapparaat
Raadpleeg de installatiehandleiding van het buitenapparaat.
7.3. Zelfcontrole
7.3.1. Voor de afstandsbediening med draad
■ Raadpleeg installatiehandleiding van de afstandsbediening voor meer
informatie.
7.3.2. Voor de draadloze afstandsbediening (Fig. 7-6)
1 Schakel de netspanning aan.
CHECK
2 Druk tweemaal op de
(Voer deze handeling uit wanneer het display van de afstandsbediening is
uitgeschakeld.)
A De CHECK begint te branden.
B "00" begint te flikkeren.
h
3 Druk op
terwijl u met de afstandsbediening in de richting van het
ontvangstgedeelte van het apparaat wijst. De controlecode zal worden
aangegeven door het aantal keren dat de zoemer van het ontvangstgedeelte
zoemt en door het aantal keren dat het bedieningslampje flikkert.
4 Druk op ON/OFF (AAN/UIT) om de zelfcontrole te stoppen.
LCD
Beschrijving van storing
Communicatiefout tussen de af-
E0 ~ E5
standsbediening en de binnenunit
Communicatiefout tussen de bin-
E6 ~ EF
nenunit en de buitenunit
TEST RUN
.
-toets om de
(koel)-stand in werking te
COOL
-toets om de
(verwarming)-stand in
HEAT
(lamellen)-toets en controleer of het automatische
-knop.