Alle apparaatuitvoeringen
Sluit de watertoevoerslang aan op de wateraan-
sluiting (schroefdraad 3/4") aan de achterkant van
het apparaat.
Verbind het netsnoer met de netaansluiting op de
achterkant van het apparaat.
Steek het netsnoer in het stopcontact.
Ingebruikneming
Apparaatdeur openen
1
Druppelschaal
2
Apparaatdeur
3
Ontgrendelingsknop
Druppelschaal verwijderen.
Druk de ontgrendelingsknop in en open de appa-
raatdeur.
Filter aanbrengen
1
Houder
2
Lus
3
Filter
4
Greep
1
Raak gemarkeerde bereiken niet aan!
WAARSCHUWING
Gezondheidsgevaar door het binnendringen van kie-
men
Let bij het vervangen van de filterpatronen bijzon-
der op hygiëne en properheid.
Raak aansluitingen van de houders en de filter niet
aan.
Draag bij de filtervervanging steriele wegwerp-
handschoenen.
Verwissel de filters niet, neem kleurmarkeringen in
acht.
Neem de druppelschaal weg en open de apparaat-
deur.
Draai de filter zodanig dat de greep aan de linker-
kant staat en zet hem onderaan in de overeenkom-
stige houder.
1
Markering
Draai de filter tot de aanslag naar rechts.
Controleer de inbouwpositie.
De markering op het etiket van de houder en op de
filter moeten naar elkaar gericht zijn.
Sluit de apparaatdeur en plaats de druppelschaal.
Deur van de voet openen
De deur van de voet kan op slot gedaan worden.
1
Deur van de voet
2
Deurslot
Open het deurslot.
Open de deur van de voet.
CO
-fles aanbrengen
2
Instructie:
Neem de algemene instructies betreffende de omgang
met CO
-flessen in acht (zie hoofdstuk "Verzorging en
2
onderhoud/Algemene instructies betreffende de om-
gang met CO
-flessen").
2
1
Draairegelaar
2
Drukverlager
3
Wartelmoer
4
Hoofdkraan
5
Manometer regeldruk
6
CO
slang
2-
Plaats de CO
-fles in de voet en zet ze met een
2
spanriem vast.
Open de hoofdkraan kort zodat eventueel voorhan-
den, vloeibaar CO
kan ontsnappen.
2
Drukverlager op de nieuwe gasfles schroeven.
Daarbij letten op een correcte montage van de af-
dichtring.
Wartelmoer stevig aanspannen.
Sluit de CO
-slang aan op de drukregelaar.
2
Hoofdkraan aan de gasfles langzaam openen.
Stel op de drukregelaar 3bar in door middel van de
draairegelaar.
Sluit de hoofdkraan aan de gasfles.
Lees de weergegeven waarde af op de manometer
regeldruk.
3
-
NL
De weergegeven waarde moet gedurende min-
stens 5 minuten constant blijven.
Bij een duidelijke drukdaling:
Controleer of de O-ring tussen de drukgashouder
en de drukregelaar voorhanden en onbeschadigd
is. Vervang de defecte O-ring.
Controleer de correcte positie van de drukregelaar.
Wartelmoer stevig aanspannen.
Controleer de slangverbinding aan de drukregelaar
en CO
-slang op zichtbare beschadiging. Raad-
2
pleeg de klantenservice in geval van twijfel.
Als de drukdaling met de vermelde maatregelen
niet kan worden opgelost, is de drukregelaar defect
en moet hij vervangen worden.
Open de hoofdkraan.
Stel de bedrijfsdruk op de drukregelaar in door mid-
del van de draairegelaar.
WPD 100: voorinstelling 4 bar, indien nodig bijre-
gelen
WPD 200/600: stel de CO
-drukregelaar vóór de
2
waterafgifte eerst in op ca. 3 bar (statisch) en con-
troleer nadien of de druk tijdens de afgifte van kool-
zuurhoudend water (sparkling) ca. 3,0 bar
bedraagt.
Sluit de deur van de voet.
425 g CO
-fles plaatsen
2
1
Drukregelaar schaal
2
Drukregelaar
3
Instelwiel
4
Schroefverbinding fles
5
425 g CO
-fles
2
Neem de druppelschaal weg en open de apparaat-
deur.
Draai de drukregelaar in de stand "OFF".
Neem de afdekking van de CO
Schroef de 425 g CO
-fles op de schroefverbinding
2
van de drukregelaar.
Als weerstand voelbaar is, moet de 425 g CO
nog een beetje verder gedraaid worden tot ze vast
zit. Daarbij kan een kort sissend geluid hoorbaar
zijn.
Stel de drukregelaar in op stand "4".
Sluit de apparaatdeur en plaats de druppelschaal.
Regel de druk na de inbedrijfstelling met de drukre-
gelaar bij om de gewenste CO
water te bereiken.
Instructie:
Regel een sterk spattende waterstraal bij de afgifte van
koolzuurhoudend water door de CO
Verhoog bij te weinig koolzuurhoudend water de CO
druk.
-fles weg.
2
-fles
2
-concentratie in het
2
-druk te regelen.
2
-
2
65