4.3 Montage van de spantangen (fi g. 7 en 8)
Altijd de stekker uit het stopcontact trekken om onopzettelijk inscha-
kelen uit te sluiten! Gevaar voor lichamelijk letsel!
• Nooit de spantang afzonderlijk in de spindelopname inbrengen!
• Altijd eerst de spantang in de wartelmoer vastklikken!
• Er steeds op letten dat spantang en freesschacht de juiste doors-
nede hebben.
Let op het volgende: naast de meegeleverde spantangen zijn ande-
re maten in ons assortiment verkrijgbaar. Voor vragen kunt u contact
opnemen met onze klantenservice. Het postadres staat op de achterzi-
jde van deze handleiding, u kunt ook een e-mail sturen naar technik@
proxxon.com.
1. Wartelmoer 4 (fi g. 7) aan de freesspindel losdraaien.
2. Gewenste spantang 5 met de hand in de wartelmoer 4 leggen en
met lichte axiale druk in de draaiende bout laten vastklikken. Let
op: het dunnere einde van de spantang moet, zoals aangegeven op
de afbeelding, naar boven wijzen.
3. Wartelmoer 2 met spantang in spindel 1 inbrengen (fi g. 7, zie kleine
afbeelding) en licht aandraaien met de hand.
4. Schacht van werktuig 3 in de spantang brengen,
5. Met de meegeleverde sleutel de wartelmoer vastdraaien, zoals
aangegeven in fi g. 7.
6. Voor het verwijderen van de spantang wartelmoer 4 losdraaien en
werktuig 3 eruit trekken.
7. Nu wartelmoer met spantang helemaal uit de freesspindel
verwijderen.
8. Spantang met lichte zijdelingse druk losklikken en uitnemen.
4.4 Inschakelen van de freesmotor (fi g. 1)
Door indrukken van de aan/uit-knop boven op de behuizing wordt de
werkingstoestand hersteld. let erop dat de motorschakelaar aan de
voorzijde van de freeskop in stand "O" staat, omdat anders de spindel
na indrukken van de aan/uit-knop gaat draaien.
1. Aan/uit-knop 2 indrukken De werkingstoestand van het apparaat is
bereikt als de toerentaldisplay gaat branden.
2. Aandrijving door indrukken van motorschakelaar 3 inschakelen
3. Het juiste toerental op toerentalinstelknop 4 kiezen. Het huidige
toerental wordt op digitale toerentaldisplay 5 weergegeven.
4.5 Wijzigen van het spindeltoerental
De instelling van het spindeltoerental is noodzakelijk om de zaagsnel-
heid van het werktuig aan te passen aan de eigenschappen van het te
verspanen materiaal en de werktuiggeometrie.
Grote werktuigdiameter betekent bij gelijk toerental ook een grote
omtrek- en daarom eventueel te grote zaagsnelheid. Omgekeerd geldt
dit natuurlijk voor een kleine werktuigdiameter. Het toerental kan met
de toerentalinstelknop worden ingesteld, de actuele waarde wordt op
de toerentaldisplay weergegeven.
- 28 -
Let op!
Let op!
Let op!
5 Frezen
U dient tijdens het frezen altijd een veiligheidsbril te dragen. Neem de
veiligheidsvoorschriften in acht.
Het werkstuk moet altijd veilig op de kruisslede worden bevestigd! Hiervoor
bestaan verschillende mogelijkheden: zeer geschikt zijn spanklauwen (bijv.
24 257 van PROXXON) of spanschroeven (bijv. 24 255 van PROXXON). Als
er verdelingen moeten worden gemaakt, kan bijv. aanvullend met verdeel-
machines of boorkoppen worden gewerkt. Voorbeelden van spanmiddelen
en accessoires vindt u in onze apparatencatalogus op het Internet onder
www.proxxon.com, en samen met andere waardevolle aanwijzingen in ons
„Handboek voor creatieve modelbouwers " (artikelnr.:28 996).
5.1 Instellen van freesdiepte en freesprocedure
Raadpleeg ook de paragraaf „Hoogte-instelling van de spindel" Hier
wordt uitgelegd via welke methoden de hoogte van de freesspindel voor
de verschillende toepassingen kan worden ingesteld.
In de praktijk komt het erop neer dat eerst na het vastspannen van het
werkstuk de spindel na het spannen van de frees grof (ca. 2 mm boven
het werkstuk) instelt en de freesdiepte daarna tijdens het werken bijstelt.
Dit kan worden gedaan met het handwiel of de booraanzet.
Als de zaagdiepte (de mate waarin de frees in het werkstuk loopt) echter
een bepaalde waarde heeft, kan dit met behulp van de schaalverdeling
van het handwiel of met de booraanzet worden ingesteld.
Dit kan worden gedaan door beide op nul te zetten. Daartoe is het bijvoor-
beeld zinvol voor (!) het inschakelen van de machine de frees heel licht
op het werkstuk te plaatsen (mogelijk echter zonder het aan te raken!) en
daarna de schaalverdeling op nul te zetten. Daarbij moet u erop letten dat
bij de schaalverdeling van de booraanzet, zoals beschreven in "Hoogte-
instelling van de spindel" een schroef wordt losgedraaid. De schaalver-
deling van het handwiel wordt gewoon verdraaid: per omwenteling ver-
plaatst de Z-slede 2 mm.
Zo gaat u tewerk:
1. Werkstuk met spanklauwen, spanschroef of boorkop veilig bevestigen.
2. Gewenste spindelhoogte grof instellen met handwiel 1 (fi g. 5). Daarbij
moet inbusbout 3 opengedraaid, vleugelmoer 4 echter aangedraaid
worden! Zo nodig de schaalverdeling op nul zetten, zoals boven in de
tekst aangegeven.
3. Let erop dat de frees het werkstuk niet aanraakt.
4. Let erop dat het juiste spindeltoerental is ingesteld.
5. Draairichting kiezen (zie hieronder onder „Aanzet").
6. Als tijdens het frezen de freesdiepte wordt gewijzigd, kan dit het beste
met het handwiel 1 worden gedaan (fi g. 5). Daarbij is inbusbout 3 open,
vleugelmoer 4 gesloten. Als na het instellen de freesdiepte niet meer
wordt gewijzigd (bijv. bij vlakfrezen van een werkstuk) wordt aanbevolen
de beide schroeven 3 en 4 gesloten te laten.
7. U kunt als alternatief ook de freesdiepte met de boorhendel 2 (fi g. 5)
instellen. Hiertoe wordt inbusbout 3 vastgedraaid, zodra de slede zich
in de juiste stand bevindt. Na het verplaatsen van boorhendel 2 tot de
gewenste diepte wordt de bereikte stand door klemmen van de pinole
d.m.v. aandraaien van vleugelmoer 4 geblokkeerd. Met deze functie
kunnen ook boor- of zinkwerkzaamheden worden uitgevoerd.
8. Aan/uit-knop (fi g. 1) indrukken. De werkingstoestand van het apparaat
is bereikt als de toerentaldisplay gaat branden. Aandrijving door indrukken
van de motorschakelaar 3 inschakelen. Het juiste toerental op toeren-
talinstelknop 4 kiezen. Het huidige toerental wordt op digitale toerental-
display 5 weergegeven.
9. Met aangepaste aanzet werken
Let op!