ter, noch schuurmiddelen, om het apparaat
schoon te maken.
Dompel het apparaat niet onder in water of
•
een andere vloeistof en houd het niet onder de
kraan.
Het is raadzaam om het apparaat geregeld
•
schoon te maken en alle voedselresten te
verwijderen.
Indien het apparaat niet goed schoongehou-
•
den wordt, kan het oppervlak beschadigd en
de levensduur van het apparaat verkort wor-
den, en kan er een gevaarlijke situatie onts-
taan.
De onderdelen van dit apparaat kunnen niet in
•
de vaatwasser gereinigd worden.
NL