– Om een correcte werking van de GO2 te waarborgen,
moet de afstand tussen banden en vrijgezette aandrijfrollen
20 mm bedragen. Alle banden moeten – volgens gegevens
van de fabrikant – dezelfde bandenspanning hebben (con-
troleer dit regelmatig!). Door slijtage van de banden of mon-
tage van nieuwe banden is eventueel een nieuwe instelling
van de afstand tussen aandrijfrollen en banden nodig (zie
„Montage van de aandrijfelementen").
– De caravan mag niet onder de GO2 worden opgekrikt, om-
dat dit tot beschadiging van de aandrijfeenheid kan leiden.
– Gevoelige voorwerpen, zoals camera's, DVD-spelers enz.
mogen niet in de bergruimte in de buurt van de besturing
of van de motorbekabeling worden bewaard. Ze zouden
schade kunnen oplopen door de sterke elektromagnetische
velden.
– Door het gewicht van de GO2 wordt het ledig gewicht van
het voertuig hoger, daardoor wordt de nuttige belasting van
het voertuig minder.
– Bij het aanzetten van de rollen op de banden moet erop
worden gelet dat er zich geen voorwerpen (bijv. stenen,
ijsklompen) vooral niet tussen de aandrijfrol en de banden
bevinden.
– Controleer het systeem alvorens dit te gaan gebruiken op
beschadigingen.
Als het systeem beschadigd is, mag het niet worden
gebruikt.
Algemene richtlijnen
De GO2 kan afhankelijk van het gewicht van de caravan deze
niet zonder hulpmiddelen obstakels vanaf een hoogte van ca.
20 cm laten nemen (gebruik oprijwiggen).
Oprijwiggen mogen een helling van maximaal 25 % (14°) heb-
ben! Anders kan afhankelijk van het gewicht van het voertuig
de helling niet worden overwonnen of het profiel van de ban-
den worden beschadigd.
Trapsgewijze oprijwiggen of zogenaamde bandenbescher-
mers om afgeplatte banden te voorkomen, hebben vaak
steilere hellingen en zijn ongeschikt voor het gebruik met een
GO2.
Door de specifieke eigenschappen van een radiosignaal kan
dit door het terrein / door voorwerpen worden onderbroken.
Hierdoor bestaat de kans dat incidenteel rondom de caravan
de ontvangstkwaliteit verminderd is, waardoor de werking van
de GO2 eventueel kan worden onderbroken. Vergroot indien
mogelijk de afstand tussen de besturing en de afstandsbedie-
ning (veiligheidsafstand aanhouden!).
Na het uitschakelen van de GO2 met de afstandsbedie-
ning blijft de besturing stand-by. Om de besturing com-
pleet uit te schakelen, moet deze via de ingebouwde accu-
scheidingsschakelaar van de stroomtoevoer worden
gescheiden.
Voeding
Voor een optimale werking adviseren wij de PowerSet BC en
een van de krachtige Optima®-accu's. Ook zogenaamde aan-
drijf-, verlichtings- en gelaccu's met voldoende capaciteit zijn
geschikt.
Accu's
Aanbevolen accucapaciteiten
De gebruikte 12 V accu moet volgens de nationale
normen en voorschriften voor het land van gebruik zijn
gecertificeerd. De capaciteit van de accu moet voldoen aan
de technische eisen van de GO2 (zie tabel en technische ge-
gevens). Startaccu's zijn niet geschikt.
NL
36
Accutype
SpiralCell®-technologie (Optima®) min. 55 Ah
Gel / AGM
Loodzuuraccu
(vloeibaar elektrolyt)
Acculader
Voor het optimaal opladen van de accu's adviseren wij de ac-
culader BC 10 (onderdeel van de PowerSet BC) die geschikt is
voor alle accutypes tot 200 Ah.
Onderhoud accu (ook onderhoudsvrije accu's)
Om een lange levensduur van de accu te bereiken moeten de
volgende punten in acht worden genomen:
– accu's moeten voor en na een stroomafname volledig wor-
den opgeladen,
– bij stilstandsperiodes van meer dan 24 uur de stroomkring
onderbreken (bijv. door het losmaken van de klemmen van
de accupolen),
– bij langere stilstandsperiodes moeten de klemmen van
de polen van de accu worden losgemaakt en moet de
accu uiterlijk om de 12 weken gedurende 24 uur worden
opgeladen.
In de winter de volledig opgeladen accu koel en vorstvrij
bewaren en regelmatig (om de 12 weken) bijladen.
Richtlijnen voor het werken met accu's
– Neem bij het werken met accu's de veiligheidsrichtlijnen en
gegevensinformatiebladen van de fabrikant in acht.
– Let op dat de poolklemmen goed vastzitten.
– Bescherm de accupolen met beschermkapjes, om kortslui-
ting te voorkomen.
– Haal bij het uitbouwen van de accu eerst de massakabel
(minpool) los en daarna de kabel van de pluspool van de ac-
cu Bij de inbouw eerst de kabel van de pluspool en daarna
de kabel van de minpool bevestigen.
Beschrijving van de werking
De GO2 is een manoeuvreerhulp, waarmee een caravan zon-
der hulp van de trekauto kan worden verplaatst.
De GO2 is voor hellingen tot 13 % bij het telkens toegestane
totaalgewicht op een geschikte ondergrond ontwikkeld.
Hij bestaat uit twee gescheiden aandrijfeenheden die elk over
een eigen 12 V-gelijkstroommotor beschikken. Deze eenhe-
den worden steeds vlakbij de wielen aan het chassis gemon-
teerd en door middel van dwarsstangen verbonden.
Nadat de aandrijfrollen tegen de banden zijn aangezet, is de
GO2 gereed voor gebruik. Het manoeuvreren zelf gaat uitslui-
tend via de afstandsbediening. Deze zendt radiosignalen naar
de besturing. Een apart geïnstalleerde 12 V-accu (niet bijgele-
verd / zie ook „Accu's") levert stroom aan de besturing.
Goedkeuring
De Truma GO2 is typegekeurd en voor Duitsland is een „alge-
mene typegoedkeuring" (Allgemeine Betriebserlaubnis, ABE)
verleend. Daarom is een aparte keuring door een erkende
voertuigexpert niet nodig (behalve bij de montage van de set
voor plat chassis). De typegoedkeuring (ABE) moet in het
voertuig aanwezig zijn.
De GO2 voldoet aan alle verdere eisen op basis van EG-richt-
lijnen en normen (zie verklaring van overeenstemming).
Accucapaciteit
min. 70 Ah
min. 80 Ah