LP 9-20 P
Het hydraulische systeem
controleren
Om de hydraulische olietoevoer en de
drukontlastingsklep te controleren, raden we aan
de Atlas Copco testapparatuur of vergelijkbare
testapparatuur te gebruiken.
0-250 bar (0-3600 psi)
5-46 l.p.m. (1-12 US gal/min)
Onderdeelnummer 3371 8011 54
1.
De motor stoppen (zie "De motor stoppen").
2.
Sluit de testapparatuur aan op het aggregaat.
Mannelijk (B) aan de retourverbinding en
vrouwelijk (A) aan de toevoerverbinding van
het aggregaat. Zorg ervoor dat de lastklep
van de testapparatuur volledig geopend is.
3.
De motor starten (zie "De motor starten").
4.
Zet de omloopklep van het aggregaat in de
stand AAN.
5.
Draai de lastklep tot de meter ca. 70 bar
(1000 psi) aanwijst en laat het aggregaat
3-4 minuten opwarmen.
6.
De lastklep langzaam sluiten, totdat de
manometer een druk van 100 bar (1400 psi)
aanwijst.
7.
Controleer of de toevoer overeenkomt met
het debiet in de technische specificaties.
Let op! De onnauwkeurigheid van de aflezing
op de debietmeter is ±2 l.p.m. (±0,5
US gal/min). Als de prestaties niet in
overeenstemming zijn met de technische
specificaties van het aggregaat, zie
"Oplossen van storingen".
© 2008 Atlas Copco Construction Tools AB
www.CrowderSupply.com • Toll Free: 888-883-5144
|
|
No. 3392 5054 83 e
2008-06-30
Veiligheidsvoorschriften en bedieningshandleiding
Onderhoud
Algemene informatie
Regelmatig onderhoud is een fundamentele
voorwaarde om ervoor te zorgen dat de machine
veilig en efficiënt blijft werken.
Gebruik geen machine die onderhoud nodig heeft.
Herstel defecten die tijdens normaal onderhoud
gevonden zijn voordat u de machine vrijgeeft voor
gebruik.
Let op! Onderhoud moet gebeuren door
gekwalificeerde en competente personen.
Zorg ervoor dat de machine veilig en
correct op de grond is geplaatst, alvorens
u onderhoud verricht.
Dagelijks
►
Reinig en inspecteer de machine.
►
Controleer de brandstofleidingen, brandstofdop
en slangaansluitingen op scheuren of lekken.
Vernieuw indien noodzakelijk.
►
Controleer op schade.
►
Controleer het hydraulische oliepeil.
►
Controleer het motoroliepeil.
►
Controleer de hydraulische koppelingen.
►
Controleer de hydraulische slangen.
►
Controleer het hydraulische oliefilter.
Let op! Wanneer meternaald van het filter in het
rode gebied blijft (terwijl de motor
stationair loopt en de olie bedrijfswarm
is), moet het filter worden vervangen.
Het oude filter wordt vervangen door het
met de wijzers van de klok mee te draaien
(gebruik zo nodig een filtersleutel). Door
het aggregaat achterover te kantelen,
zorgt u dat er zo min mogelijk olie gemorst
wordt. Voordat u het nieuwe filter plaatst,
wordt aanbevolen het oppervlak en de
afdichting met olie te smeren, om te
zorgen het filter gemakkelijk goed vast kan
worden gezet.
Let op! Controleer na een paar dagen of de
moeren, bouten en slangkoppelingen
nog goed vast zitten en daarna volgens
het onderhoudsschema.
97