Het toestel aanpassen
1
Selecteer Instellingen.
2
Selecteer een instellingscategorie.
3
Selecteer de instelling die u wilt wijzigen.
Kaart- en voertuiginstellingen
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig.
Voertuig: Hiermee kiest u een ander pictogram voor het
aangeven van uw positie op de kaart.
Autokaartweergave: Hiermee stelt u het perspectief voor
de kaart in.
Kaartdetail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart
in. Als er meer details worden weergegeven, wordt de
kaart mogelijk langzamer opnieuw getekend.
Kaartthema: Hiermee kunt u de kleuren van de
kaartgegevens wijzigen.
Kaartknoppen: Hiermee bepaalt u welke pictogrammen
op de kaart worden weergegeven. Er kunnen
maximaal drie pictogrammen aan de kaart worden
toegevoegd.
GVN60 gebruikershandleiding
Kaartlagen: Hiermee stelt u de gegevens in die op de
kaart worden weergegeven
Dashboards: Hiermee stelt u de indeling in van het
kaartdashboard.
Mijn kaarten: Hiermee stelt u in welke geïnstalleerde
kaarten het toestel gebruikt.
Kaarten inschakelen
TIP: Ga voor het aanschaffen van andere kaartproducten
naar buy.garmin.com.
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Mijn
kaarten.
2
Selecteer een kaart.
Navigatie-instellingen
Selecteer Instellingen > Navigatie.
Berekenmodus: Hiermee stelt u routevoorkeuren in.
Te vermijden: Hiermee stelt u in welke wegonderdelen u
op een route wilt vermijden.
Aangepast vermijden: Hiermee kunt u opgeven welke
specifieke wegen en gebieden u wilt vermijden.
(pagina
297).
307