Lektest
De lektest moet in overeenstemming zijn met EN 378-2.
1
Vacuümlektest
1.1 Vacumeer het systeem aan de vloeistof- en gasleiding tot
–100,7 kPa (5 Torr).
1.2 Schakel de vacuümpomp uit zodra de waarde is bereikt en
controleer of de druk minstens 1 minuut niet stijgt.
1.3 Als
de
druk
stijgt,
vacuümdrogen hieronder) of lekken bevatten.
2
Druklektest
2.1 Breek het vacuüm door het onder druk te brengen met
stikstofgas tot een minimum meterdruk van 0,2 MPa
(2 bar).
Stel de meterdruk nooit in op een waarde die groter is dan
de maximum bedrijfsdruk van de unit, d.w.z. 4,0 MPa
(40 bar).
2.2 Test op lekken met een bellentestoplossing op alle
leidingverbindingen.
Gebruik een aanbevolen bellentestoplossing van
bij uw groothandelaar.
Gebruik geen zeepwater, aangezien dit de
flaremoer kan doen barsten (zeepwater kan zout
bevatten, en dit absorbeert vocht, dat kan
bevriezen wanneer de leiding koud wordt), en/of
corrosie van de flareverbindingen kan veroor-
zaken (zeepwater kan ammonia bevatten dat een
corrosief effect veroorzaakt tussen de messing
flaremoer en de koperen flare).
2.3 Verwijder alle stikstofgas.
Vacuümdrogen
Ga als volgt te werk om al het vocht uit het systeem te verwijderen:
1.
Vacumeer het systeem minstens 2 uur tot –100,7 kPa.
2.
Controleer of de doelwaarde van het vacuüm minstens 1 uur
behouden blijft nadat de vacuümpomp is uitgeschakeld.
3.
Als de doelwaarde niet binnen de 2 uur wordt bereikt of niet 1 uur
behouden blijft, bevat het systeem mogelijk te veel vocht.
4.
Breek in dat geval het vacuüm met stikstofgas tot een meterdruk van
0,05 MPa (0,5 bar) en herhaal stap 1 tot 3 tot al het vocht
verwijderd is.
5.
De afsluiters kunnen nu worden geopend en/of u kunt extra
koelmiddel bijvullen (zie "Koelmiddel vullen" op pagina 9).
Het is mogelijk dat de druk in de koelmiddelleiding niet
stijgt nadat de afsluiter is geopend. Dit kan o.a. te wijten
zijn aan een gesloten expansieklep in het circuit van de
buitenunit, maar stelt geen probleem voor de goede
werking van de unit.
RRHQ0011~016AAV3(8) + RRHQ011~016AAW18
Buitenunit voor lucht-water-warmtepomp
4PW50202-1
kan
het
systeem
vocht
(zie
K
OELMIDDEL VULLEN
Belangrijke informatie over het gebruikte koelmiddel
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen die onder het Kyoto-
protocol vallen. Laat de gassen niet vrij in de atmosfeer.
Koelmiddeltype:
R410A
(1)
GWP
waarde:
1975
(1)
GWP = Global Warming Potential (globaal opwarmingspotentieel)
Schrijf met onuitwisbare inkt,
de hoeveelheid koelmiddel van het product gevuld in de
fabriek,
de lokaal bijgevulde extra hoeveelheid koelmiddel en
+
de totale hoeveelheid koelmiddel
op het bij het product geleverde label over gefluoreerde broeikasgassen.
Het ingevulde label moet aan de binnenkant van het product en in de
buurt van de vulpoort van het product worden aangebracht (bijv. op
de binnenkant van het servicedeksel).
6
5
LET OP
Volgens de nationale toepassing van de EU-
regelgeving
over
broeikasgassen kan het vereist zijn om de informatie
op de unit te voorzien in de officiële nationale taal.
Daarvoor wordt bij de unit een bijkomend meertalig
label over gefluoreerde broeikasgassen geleverd.
Op de achterzijde van dat label vindt u de kleefinstructies.
Voorzorgsmaatregelen en algemene richtlijnen
Wanneer het koelmiddelsysteem moet worden geopend
voor servicewerkzaamheden aan de unit, moet het koel-
middel worden behandeld en verwijderd in overeenstem-
ming met de relevante lokale en nationale wetgeving.
Het systeem kan niet met koelmiddel worden gevuld
voordat de lokale bedrading is voltooid.
Er mag enkel koelmiddel worden gevuld nadat een
lektest is uitgevoerd en na vacuümdrogen van het
systeem (zie "Lektest en ontluchten" op pagina 8).
Let op dat de maximum toegestane hoeveelheid niet
wordt overschreden. Anders bestaat gevaar voor een
vloeistofslag.
Wanneer u vult met een ongeschikte stof kan dit een
explosie of een ongeluk veroorzaken. Zorg er dus
altijd voor dat met het juiste koelmiddel (R410A) wordt
gevuld.
Koelmiddelflessen
geopend.
Draag
bij
het
beschermende handschoenen en bescherm uw ogen.
Wanneer de voeding is ingeschakeld, sluit dan het
voorpaneel als u van de unit weggaat.
1
Hoeveelheid koelmiddel
4
van het product gevuld in
de fabriek:
1
zie naamplaatje van de
unit
2
2
Lokaal bijgevulde extra
hoeveelheid koelmiddel
3
3
Totale hoeveelheid
koelmiddel
4
Bevat gefluoreerde
broeikasgassen die
onder het Kyoto-protocol
vallen
5
Buitenunit
6
Koelmiddelfles en
verdeelstuk voor vullen
bepaalde
gefluoreerde
moeten
langzaam
worden
vullen
van
koelmiddel
altijd
Montagehandleiding
9