gedetecteerde situaties via de led L1 (afb. 2).
Let op! – Wanneer het bovendeksel van de HSDIM24 wordt verwijderd, blijft het systeem
in "TEST"-modus.
De detector is voorzien van beveiligingen tegen verwijdering, tegen opening en tegen
pogingen tot verblinding.
De HSDIM24 verzendt ongeveer om de 28 minuten een presentiesignaal naar de centrale.
Dit is nodig voor de "supervisiefunctie" van de centrale.
De detector is ook uitgerust met een speciale "Dubbele alarmfunctie", die het mogelijk
maakt om twee opeenvolgende alarmen met twee aparte radiocodes te verzenden. Deze
functie maakt het mogelijk om op basis van de twee verzonden radiocodes de sensor
in AND-modus te herkennen. Zo wordt de mogelijkheid geboden om alleen een alarm
te signaleren als er sprake is van twee opeenvolgende detecties, waarmee de kans op
onterechte alarmen afneemt.
Het product beschikt over een beveiliging tegen verblinding: door een obstakel voor de
lens van het apparaat te plaatsen (10-20 cm) wordt een sabotagealarm geactiveerd.
Let op - Het gebruik van de functie tegen verblinding sluit conformiteit met de norm
EN50131 uit.
Let op - Om het product en in het bijzonder de lens schoon te maken, moet de centrale
in "Test"-modus worden gezet.
2 - INSTALLATIE
Waarschuwingen
• Bepaal de bevestigingspositie en -hoogte van de HSDIM24 afhankelijk van het gebied
dat u wilt beveiligen: zie afb. 3 en afb. 4.
• Controleer de vorm van de beschermingszone zorgvuldig. In geval van twijfel verdient
het aanbeveling om vóór het tot stand brengen van de definitieve bevestiging het product
voorlopig vast te zetten en zo de tests en eventuele benodigde afstellingen uit te voeren.
• Dankzij het gebruik van de beugel voor wandbevestiging van de HSDIM24 kunnen de bat-
terijen probleemloos worden vervangen door de sensor aan of van deze beugel te haken.
Voor het loshaken van de sensor moet u het daarvoor bedoelde haaklipje gebruiken (afb. 5).
01. Bepaal de bevestigingspositie van de beugel en verzeker u er daarbij van dat de positie
compatibel is met het totale volume van de detector: het haaklipje moet bereikbaar
blijven (afb. 5) en er moet ruimte zijn om de detector los en vast te haken
02. A - Wandbevestiging: boor twee gaten voor de bevestigingspluggen en een gat voor
de magneet, die dient voor de beveiliging "tegen verwijdering". Bevestig de beugel
vervolgens met de daarvoor bedoelde pluggen (afb. 6-A) (afb. 11).
B - Bevestiging met verlengstuk mod. HSA4: bevestig het verlengstuk aan de
muur (raadpleeg de corresponderende gebruikshandleiding) en bevestig vervolgens de
detector aan het richtbare verlengstuk, zoals aangegeven op (afb. 6-B). Let op! – Als
het verlengstuk HSA4 wordt gebruikt, gaat de anti-tamperfunctie verloren. Het gebruik
van het richtbare verlengstuk HSA4 sluit conformiteit met de norm EN50131 uit.
03. Bereid de centrale voor op herkenning van de HSDIM24 (raadpleeg de gebruikshand-
leiding van de centrale).
04. Open het batterijvak zoals aangegeven in afb. 7 en verwijder het isolatielipje dat ervoor
2
.