NL
8) Zodra de rol op de gewenste plaats is gezet
moet u proberen om hem op die plaats te houden
door de rol iets naar beneden te duwen en moet u
tegelijkertijd de bevestigingsschroeven van de
voorste steun aandraaien (fig. 12 en 13).
9) Doe hetzelfde aan de andere kant.
10) Zodra de hartafstand van de rollen goed afge-
steld is moet u de drijfriem weer in de betreffende
voorste en achterste geleiders doen en moet u de
4 elastieken aan de onderkant weer op de betref-
fende plaats aanbrengen.
TIPS VOOR HET GEBRUIK
1) De rollen functioneren beter met banden
waarvan het loopvlak glad is. Als u een mountain
bike gebruikt kunt u het beste de bijbehorende
band door een gladde band vervangen om het
geluidsniveau te verlagen en de stabiliteit te ver-
groten.
2) Voor beginners moet de rol in een ingang of in
de buurt van een stabiel voorwerp geplaatst wor-
den om steun te hebben terwijl u het nodige
evenwicht ontwikkelt.
3) Controleer of de E-MOTION op een vlakke
ondergrond staat.
4) De E-MOTION beschikt over 3 weerstandsnive-
50
aus: "0" minimum weerstand, "1" gemiddelde
weerstand, "2" maximum weerstand" (fig. 14).
Stel de gewenste weerstand in door de schuif op
de gewenste weerstandswaarde te zetten. Als u
meer behendigheid op de rol krijgt kunt u ook de
verschillende versnellingen van de fiets gebruiken
om van weerstandsniveau te veranderen.
12
13
5) Begin met het instellen van de weerstandsunit
op de minimum weerstand "0" (fig. 15).
6) Begin te trappen en kijk vooruit, net alsof u op
de weg rijdt. Ook als u instinctief de neiging heeft
om naar het voorwiel te kijken, kunt u uw
evenwicht beter bewaren en beter "in een rechte
lijn" trappen als u uw blik richt op een voorwerp
dat zich 2,5 – 4 meter (10-15 voet) voor u bevindt.
7) Als u begint om over te leunen of naar één kant van
de rollen schuift, moet u uw houding corrigeren door
heel lichte stuurbewegingen te maken. Als u te grote
stuurbewegingen maakt verliest u uw evenwicht en
komt u voorbij de kant van de rollen terecht.
14
15