OPBERGEN VAN VOEDSEL
De hieronder weergegeven temperaturen zijn de indicatietemperaturen als de omgevingstemperatuur 30°C is, de temperatuur
wordt ingesteld op 3°C (koelkast) en -18°C (vriezer), de deur wordt gesloten zonder etenswaren op te bergen en de temperatuur
wordt gestabiliseerd. (Als de koelkast wordt gebruikt, zal de temperatuur fluctueren door het openen en sluiten van de deur.)
Koelgedeelte
Planken
[Ongeveer 2 tot 5°C]
Berg de gekoelde etenswaren, de
bereidde en voorgekookte producten
etc. op.
Deurvakken
[Ongeveer 3 tot 7°C]
• Berg de gekruide producten en de
dranken etc. op.
• Berg de eieren op in de eierhouder.
Wijnvak / Vershoudlade
[Ongeveer 3°C]
Berg de melkproducten, zoals kaas,
het bewerkte eten, zoals ham en
verse etenswaren etc. op.
Alleen voor de SJ-MB300S
Als de temperatuur wordt gewisseld
naar de wijntemperatuurzone
[Ongeveer 15°C] Berg de rode wijn op.
• Plaats de onderkant van de fles naar de
voorkant.
• Een wijnfles tot 8,3 cm in diameter en
32 cm in hoogte kan worden
opgeborgen. (Max. 4 flessen)
• Bewaar de
geopende wijn in de
flessenhouder en
drink deze zo snel
mogelijk op.
Voedsel zal minder snel bederven bij lage temperaturen. Voor een
maximale levensduur van voedsel, dient het voedsel bij aankoop zo vers
mogelijk te zijn. Zie de volgende punten voor een maximale levensduur
van voedsel.
Fruit / Groenten
Om vochtverlies te beperken, moeten groenten en fruit los in plastic worden verpakt,
bijvoorbeeld plastic folie of zakken (plak niet dicht) en in de groentela worden gelegd.
Melkproducten en eieren
Op de verpakking van melkproducten ziet u een einddatum voor gebruik en de
aanbevolen temperatuur voor het bewaren van deze producten.
Vlees / Vis / Gevogelte
• Plaats op een bord of iets dergelijks en dek met papier of plastic af.
• Plaats grote stukken vlees, vis of gevogelte achter op de planken.
• Zorg dat reeds bereid voedsel altijd goed is verpakt of in een luchtdichte bak wordt geplaatst.
N.B.
•
Verdeel het voedsel gelijk over de verschillende
planken zodat een optimale koeling wordt verkregen.
•
Laat warme spijzen afkoelen voor deze in de koelkast te
zetten. Hete spijzen doen de temperatuur in de kast stijgen
en verhogen het risico dat voedsel bederft.
•
Blokkeer de in- en uitlaat van het circulatiecircuit voor koude
lucht niet met voedsel of bakjes omdat dan het voedsel in de
rest van de koelkast niet gelijkmatig gekoeld wordt.
•
Zet geen voedsel recht voor de koude-lucht-uitlaat.
Hierdoor kan het voedsel bevriezen.
Groentelades
[Ongeveer 2 tot 5°C]
Berg de groenten en het fruit op.
Kleine lade
[Ongeveer 3°C]
Berg kleine etenswaren op.
Etenswaren die niet kunnen worden
opgeborgen
Groenten zijn ongeschikt.
• Zij kunnen bevriezen.
• Als de temperatuur van
de koelkast laag is ingesteld
(0°C tot 2°C), wordt de temperatuur
in het Wijnvak / de Vershoudlade
lager.
Ieder levensmiddel
anders dan rode wijn is
ongeschikt.
• De levensmiddelen bederven,
omdat de temperatuur hoog is.
• Het is niet de juiste
temperatuur voor witte wijn.
Uitlaat
SJ-MB300S
Vriesgedeelte
Bovenste
compartiment
[Ongeveer -18°C]
Berg het ijs, regelmatig gebruikte
diepvriesproducten, ijs etc. op.
Onderste
compartiment
[Ongeveer -18°C]
De etenswaren die lang moeten worden
bewaard kunnen worden opgeborgen
door ze op grootte te sorteren.
Voor het optimaal
invriezen
• Het in te vriezen voedsel moet vers zijn.
• Vries kleine hoeveelheden tegelijkertijd
in om deze sneller te doen bevriezen.
Uitlaat
• Voedsel moet juist worden verpakt
en luchtdicht worden afgedicht.
• Plaats het voedsel gelijkmatig in
het vriesvak.
• Plak labels met de vereiste
informatie op de zak of bak zodat
u bijvoorbeeld weet wanneer het
voedsel is ingevroren.
63