Gevaarlijke Stoffen - Medtronic MMT-7512 Guia Del Usuario

Dispositivo de inserción one-press
Ocultar thumbs Ver también para MMT-7512:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 17
Controleer de sensorverpakking altijd vóór gebruik op beschadiging. Een sensor is steriel en niet-pyrogeen, tenzij de
verpakking geopend of beschadigd is. Als de verpakking van de sensor geopend of beschadigd is, deponeer de sensor
dan direct in een bak voor medisch afval. Gebruik van een niet-steriele sensor kan leiden tot infectie bij de inbrengplaats.
Als u vragen of zorgen over het gebruik van het inbrengapparaat heeft, kunt u contact opnemen met het
Servicenummer van Medtronic voor hulp.
Neem voor medische vragen of zorgen contact op met een zorgprofessional.
Voorzorgsmaatregelen
Was vóór het inbrengen van de sensor uw handen met water en zeep om de kans op infectie te verkleinen.
Controleer de inbrengplaats op bloedingen onder, rond of op de sensor. Treedt er een bloeding op, dan houdt u
gedurende drie minuten een steriel gaasje op de sensor gedrukt.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen steriele gaasjes om druk op de sensor uit te oefenen. Gebruik van een niet-
steriel gaasje kan infectie bij de inbrengplaats veroorzaken.
Als de bloeding is gestopt na gedurende drie minuten gelijkmatig druk te hebben uitgeoefend, dan sluit u de zender
op de sensor aan.
LET OP: Sluit de zender niet op de sensor aan als de bloeding op de inbrengplaats niet stopt. Een actieve
bloeding kan de zender beschadigen en kan ertoe leiden dat de communicatie tussen de zender en de
ontvangstapparatuur verloren gaat.
Als het bloeden niet ophoudt na drie minuten gelijkmatig druk te hebben uitgeoefend, dan verwijdert u de sensor en
blijft u gelijkmatig druk uitoefenen tot het bloeden stopt. Gooi de gebruikte sensor na verwijdering meteen weg in
een afvalbak voor naalden. Breng een nieuwe sensor aan op een andere inbrengplaats.
Opmerking: Gebruik altijd een nieuwe inbrengplaats voor het inbrengen van een nieuwe sensor. Als u dezelfde
inbrengplaats opnieuw gebruikt, kan dat roodheid, irritatie, pijn, bloedingen, gevoeligheid en ontsteking
veroorzaken.
Naald niet reinigen, hersteriliseren of uit de naaldbehuizing verwijderen. Er kan dan prikletsel ontstaan.
De sensor niet opnieuw gebruiken. Hergebruik van de sensor kan leiden tot beschadiging van het sensoroppervlak,
onnauwkeurige sensorglucosewaarden en irritatie en infectie bij de inbrengplaats.
Wissel regelmatig van inbrengplaats voor de sensor om overmatig gebruik van een plaats te voorkomen.
Controleer of de sensor goed vastzit aan de huid om te voorkomen dat de sensor uit de inbrengplaats naar buiten kan
komen. Factoren die het risico van naar buiten komen van de sensor vergroten, zijn onder meer intensieve lichamelijke
activiteiten (met name bij jongere patiënten) en onjuiste afdektechnieken.
Risico's en bijwerkingen
Het inbrengapparaat heeft kleine onderdelen die verstikkingsgevaar kunnen opleveren, wat kan leiden tot ernstig letsel
of overlijden.
Bijwerkingen zijn onder andere ongemak en huidirritatie op de inbrengplaats.

Gevaarlijke stoffen

Geen.
Allergenen
Geen bekend.
Inbrengplaatsen voor de sensor
Kies een inbrengplaats met een voldoende laagje vet onder de huid.
Opmerking: Breng het inbrengapparaat niet binnen een gebied van 5,0 cm (2 inch) rond de navel in om ongemak
bij de inbrengplaats en onvolledige hechting van de sensor te voorkomen.
- 18 -

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido