4. Montage
4.1
merkteken
1000
NL
waterslang
Zorg ervoor dat de merktekens in één lijn staan.
4.3
lijmklem
Plaats de wandgeleidingen tegen de deurposten.
4.5
62
4.2
merk-
merk-
teken
teken
a
a
Controleer de hoogte van vloer tot merktekens.
4.4
Bevestig de muurgeleiders met lijmklemmen.
4.6
Montage van de kolommen
1.
Zet op ca. 1 meter hoogte een merkteken
op de wand naast de beide deurposten,
zuiver horizontaal ten opzichte van elkaar;
gebruik hiervoor een waterslang of water-
pas.
Zie fig. 4.1
2.
Controleer aan de hand van deze twee
merktekens of de vloer ter plaatse van het
montagevlak op gelijke hoogte is.
Zie fig. 4.2
3.
Plaats de wandgeleidingen (de profielen
voorzien van sleufgaten) tegen de posten
m.b.v. lijmklemmen.
Zie fig. 4.3 en 4.4
Zorg dat de wandgeleidingen op gelijke
hoogte en verticaal staan. (indien de maten
tussen de beide merktekens en de vloer
niet meer dan 15 mm verschillen, dan
kunnen de muurgeleidingen op de vloer
worden gezet).
Controleer de binnenmaat (B) tussen
de wandgeleidingen. Deze moet op
elke hoogte hetzelfde zijn.
B = binnenmaat = dagmaatbreedte op het
bestelformulier. Let op: dit kan afwijken van
de werkelijke dagmaatbreedte!
4.
Bevestig de wandgeleidingen met bouten
aan de deurposten.
5.
Verwijder de lijmklemmen en controleer
nogmaals nauwkeurig de positie van de
beide wandgeleidingen.
6.
Klem de slotbouten t.b.v. de montage van
de flenslagers met O-ringetjes in de
consoles.
Zie fig. 4.5
7.
Plaats de consoles boven in de uitsparing
van de wandgeleidingen en monteer ze aan
de deurposten met één bout door het
bovenste sleufgat van de wandgeleidingen.
8.
Controleer of beide consoles waterpas
staan ten op zichte van elkaar.
9.
Bevestig de console met de resterende
bouten in de muur.
NL
63