7.
Monteer de LEDs. Let op de polariteit!
LD1 : Vloeistofniveau hoog LD2 : Vloeistofniveau midden LD3 : Vloeistofniveau laag LD4 : relais bekrachtigd
8.
Monteer de condensator C11.
9.
Monteer de printpennen.
Monteer de 4 printpennen voor S1 en S2; eventueel kan u ook schroefkonnektoren gebruiken.
Monteer de 6 printpennen voor de relaisuitgang (NO, C, en NC) en de voeding (AC IN). Eventueel kan u ook
schroefkonnektoren gebruiken.
Monteer 4 printpennen voor de aansluitingen 'A','B','C' en 'D'.
10. Monteer de electrolytische condensator C9. Let op de polariteit!
11. Monteer de spanningsregelaar.
LET OP : de metalen rugzijde moet naar de printopdruk „AC IN" gericht zijn.
12. Monteer de electrolytische condensator C10. Let op de polariteit!
13. Monteer het relais.
14. Plaats het IC in zijn voetje. Let op de stand van de nok!
5