DEFECTEN EN OPLOSSINGEN
Bij een defect onder normale gebruiksvoorwaarden kunt u de volgende tabel raadplegen:
Probleem
NL
De ontvochtiger werkt niet
De ventilator werkt, maar de
compressor niet
Er wordt geen lucht uitgevoerd via
het luchtuitvoerrooster van het
apparaat
Het apparaat maakt veel lawaai
Ontvocht niet of weinig
20
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is niet aangesloten
Het apparaat is niet ingeschakeld
Het waterreservoir is vol of niet
correct geplaatst
De temperatuur in de ruimte is te
laag
De vochtigheidsgraad in de ruimte
is te laag
De compressor werkt niet meer
Het apparaat staat in de
automatische reinigingsmodus
Het filter is vuil
Het apparaat is verkeerd geplaatst
Het filter is vuil
Het filter is te vuil
Temperatuur te laag
De gekozen luchtvochtigheidsgraad
is hoger dan de werkelijke
vochtigheidsgraad in de ruimte
De drainageslang is verstopt of
gevouwen
De werkingsduur is te kort
Oplossing
Sluit het apparaat aan op het
stroomnet of controleer de
elektriciteitstoevoer.
Zet het apparaat aan.
Leeg het waterreservoir en/of plaats
deze correct in de hoofdeenheid
Het apparaat stopt met het
ontvochtigingsprogramma wanneer
de temperatuur onder de 5°C daalt.
De gekozen vochtigheidsgraad is
hoger dan de vochtigheidsgraad in
de ruimte of lager dan 40%.
De temperatuur ter hoogte van
de condensator is lager dan
0°C. Het apparaat stopt het
ontvochtigingsprogramma en start
het ontdooiingsprogramma om
weer te kunnen starten.
De luchtuitvoer wordt na
30 minuten automatische
reinigingsmodus gedurende enkele
moment gestopt
Het filter reinigen
Verplaats het apparaat op een
stabiele en harde ondergrond of
leg een anti-trillingstapijt onder de
ontvochtiger.
Het filter reinigen.
Het filter reinigen
Een daling van de
ontvochtigingscapaciteit is mogelijk
als de temperatuur in de ruimte
lager is dan 18°C. Probeer de
temperatuur te verhogen.
Kies een lager
luchtvochtigheidsgraad dan
vochtigheidsgraad in de ruimte.
Controleer de drainageslang en
vervang deze indien nodig.
Wacht totdat de ontvochtigingsduur
voldoende is.