BEDIENINGSPANEEL
10. Aan/Uit-toets.
11. Mode-toets: hiermee kunt u de ontvochtiging of de zuivering van de lucht programmeren.
12. Timer-toets: hiermee kunt u het toestel automatisch laten starten of laten stoppen.
13. Humidity-toets: hiermee kunt u de gewenste vochtigheidsgraad selecteren wanneer het toestel is geprogrammeerd
om de lucht te ontvochtigen, of de ventilatiesnelheid selecteren wanneer het toestel is geprogrammeerd om de lucht
DU
te zuiveren.
14. Drying-toets: hiermee kunt u het toestel reinigen nadat u het een lange tijd niet meer heeft gebruikt.
15. Swing-toets: hiermee kunt u de ventilatie ter hoogte van het luchtuitlaatrooster richten.
16. Ionizer-toets: hiermee kunt u de ionisatiefunctie activeren.
15
LCD SCHERM
17. Auto: duidt aan dat de luchtontvochtigingsstand
op automatisch staat.
18. Sterke luchtontvochtiging: duidt aan dat de
luchtontvochtigingsstand op handmatig staat met
een sterke intensiteit.
19. Zwakke luchtontvochtiging: duidt aan dat de
luchtontvochtigingsstand op handmatig staat met
een zwakke intensiteit.
20. Luchtzuivering: duidt aan dat het toestel op de
luchtzuiveringsstand staat.
21. Waterreservoir: duidt aan dat het waterreservoir
is gevuld..
22. Temperatuuralarm: duidt aan dat het toestel in een ruimte staat waar de temperatuur zich tussen 5°C en
15°C bevindt. Als het icoontje knippert, betekent dit dat de temperatuur in de ruimte lager is dan 5°C en het
luchtontvochtigingsprogramma bijgevolg niet kan werken.
23. Drying: duidt aan dat het toestel de zelfreiniging uitvoert.
24. Blokkering van het bedieningspaneel: duidt aan dat het bedieningspaneel van de luchtontvochtiger is geblokkeerd.
25. Vochtigheidsgraadmeter: duidt de vochtigheidsgraad in de ruimte aan.
26. Tijd-/temperatuurmeter: duidt de temperatuur in de ruimte aan, of de resterende tijd voordat het toestel stopt of
start.
INSTALLATIE
• Zorg ervoor dat het waterreservoir leeg is voordat u de luchtontvochtiger gebruikt.
18
14
13
12
16
11
10
17
18
21
25
22
19
20
23
26
24