Gebruik - PLYMOVENT ControlGo Manual De Instalación Y De Uso

5.3.1 Algemeen
• Volg de flowchart GENERAL op pagina 79.
Toelichting:
A Laat het Panel open.
B Druk op de zwarte knop en houd deze ingedrukt.
Zet tegelijkertijd de hoofdschakelaar aan. Houd
de knop ingedrukt; de witte LED gaat knipperen
("hartslag"-patroon). De Leermodus start nu op.
C Laat de zwarte knop los wanneer de rode en
groene LEDs branden en de witte LED knippert.
De Leermodus wordt nu geïnitialiseerd.
D Wacht tot de witte LED brandt. De Leermodus is
nu gereed.
In geval van een MDB-systeem:
• Ga verder met paragraaf 5.3.2
In geval van twee SCS-systemen:
• Ga verder met paragraaf 5.3.3
5.3.2 MDB
• Volg de flowchart MDB op pagina 80.
Toelichting:
A Tel hoeveel keer de gele LED knippert in één
serie (min. 2, max. 64). Interval tussen twee
series: 5 seconden.
B Controleer of dit aantal overeenkomt met het
aantal filterpatronen.
C Als dit NIET het geval is en zoemer gaat af, zijn
er helemaal geen filterpatronen gedetecteerd.
Houd de zwarte knop ≥5 seconden ingedrukt om
de zoemer te onderdrukken.
D Zorg ervoor dat alle kabels en aansluitingen van
de het/de SlaveBoard(s) correct zijn
geïnstalleerd.
E Zorg ervoor alle DIP-switches juist zijn ingesteld
(zie Fig. 4.12 en Fig. 4.13).
F Druk de zwarte knop kort in om de Leermodus
te herstarten. Herhaal de procedure vanaf stap
A.
5.3.3 SCS (twee filtersystemen)
• Volg de flowchart SCS (#2) op pagina 81.
Toelichting:
A De gele LED knippert standaard één keer, met
een interval van 5 seconden.
B Druk op de groene knop om de instelling van 1
naar 2 filtersystemen te wijzigen. Ter bevestiging
knippert de gele LED twee keer.
6

GEBRUiK

6.1 Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bevat de volgende bedieningsorganen en
controlelampen:
Fig. 6.1 (zie ook Fig. V op pagina 76)
A Witte LED | BEDRIJFSGEREED
- LED uit: het systeem staat uit
- LED knippert: het systeem start op
- LED brandt: het systeem is bedrijfsgereed
B Groene LED | VENTILATOR DRAAIT
0000112607/170717/0 ControlGo
- LED uit: de ventilator staat uit
- LED knippert: de ventilator draait na
- LED brandt: de ventilator draait
C Gele LED | WAARSCHUWING
- LED uit: geen probleem
- LED brandt : het knipperpatroon toont de oorzaak van
26
de waarschuwing; zie paragraaf 6.3.1
D Rode LED | ALARM
- LED uit: geen probleem
- LED brandt : het knipperpatroon toont de oorzaak van
27
het alarm; zie paragraaf 6.3.2
E Hoofdschakelaar
F Groene knop | VENTILATOR AAN/UIT
- om de ventilator handmatig aan en uit te schakelen
- om de precoat timer te resetten (houd de knop 20
seconden ingedrukt)
G Zwarte knop | FILTERREINIGING
- om handmatig een extra reinigingscyclus te activeren
- om de zoemer te onderdrukken (houd de knop 5
seconden ingedrukt)
- om de waarschuwings- en alarm-LED te resetten (houd
de knop 5 seconden ingedrukt)
H Zoemer | akoestisch signaal
- klinkt gelijk met het alarmsignaal (D)
- in sommige gevallen: klinkt gelijk met het
waarschuwingssignaal (C)
I Wipschakelaar 0-1 | Normal Mode / Service Mode
- normaal gebruik: Panel in Normal Mode (1)
- voor service-/onderhouds-/reparatiewerkzaamheden: zet
het Panel in Service Mode (0)
E
I
0 = Service Mode
1 = Normal Mode
Fig. 6.1 Bedieningspaneel
6.2 Gebruik
6.2.1 Start/stop fan
U kunt de ventilator op twee manieren aan- en uitschakelen:
- handmatig door middel van de knop VENTILATOR AAN/UIT
(zie Fig. 6.1F)
- automatisch door middel van een signaal van bijvoorbeeld
30
een lasrobot of een tijdschakelaar
25. Nadraaitijd: 60 seconden
26. Het systeem blijft draaien
27. Het systeem stopt
28. U moet nog steeds de oorzaak van de waarschuwing oplossen
29. In de servicemodus kunt u de ventilator en het filtersysteem alleen handmatig
activeren
30. Nadraaitijd: 3 minuten voor het afzuigen van eventueel rookresidu
en stopt
25
28
29
A B C
F G
D
H
NL - 27