Horizontale steun
Geschikt voor weidepoorten en hoge trekspanningen.
Gemakkelijk te plaatsen en uitstekend geschikt voor hoge
trekspanningen, vooral in gebieden met zeer natte bodem of strenge
vorst.
Een aardingssysteem installeren en testen
Kies een geschikte plaats voor het aardingssysteem. Deze plek moet:
minstens 10 m van andere aardingssystemen (zoals bijv. telefoon-
•
en stroomleidingen of aardingssystemen van een ander elektro-
afrasteringsapparaat) verwijderd zijn.
ver van dieren en andere verkeersbewegingen liggen, die van
•
invloed zouden kunnen zijn op de installatie.
voor onderhoudsdoeleinden makkelijk te controleren zijn.
•
in het ideale geval over vochtige grond beschikken (bijv. op een
•
schaduwrijke of moerassige plek). De aarding behoeft niet direct
naast het elektro-afrasteringsapparaat te zijn aangebracht.
Sla aardpennen in de grond. Gebruik geïsoleerde hoogspanningskabel
en aardingsklemmen om de aardpennen en de aardeaansluiting van het
elektro-afrasteringsapparaat met elkaar in serie te schakelen. Zorg
ervoor dat de isolatieslang ver genoeg wordt afgetrokken om een goed
contact tussen de draad en de aardpen te garanderen.
Het aantal gebruikte aardpennen is afhankelijk van de
bodemgesteldheid. Voor grotere elektro-afrasteringsapparaten zijn
minstens zes 2 m aardpennen vereist. Om ervoor te zorgen dat er
voldoende aardpennen zijn gebruikt, controleert u het aardingssysteem
als volgt:
1
Schakel het elektro-afrasteringsapparaat uit.
2
Veroorzaak op een afstand van minstens 100 m van het elektro-
afrasteringsapparaat een kortsluiting op de afrastering door er
enkele ijzeren staven of buizen tegenaan te zetten. De beste
resultaten bereikt u als de afrasteringsspanning tot 2000 V of
minder wordt verlaagd. Bij droge of zanderige bodem kan het
nodig zijn de pennen tot 300 mm in de aarde te slaan.
N.B.:
de kortsluiting mag nooit tussen een afrasterings-
retoursysteem en de aardingsdraad van de afrastering worden
opgewekt.
3
Schakel het elektro-afrasteringsapparaat weer in.
4
Gebruik een elektrische afrasteringsvoltmeter om u ervan te
overtuigen dat de afrasteringsspanning lager is dan 2 kV.
Controleer het aardingssysteem.
5
voltmeter zo diep in de grond dat de gehele kabellengte is
opgebruikt, en clip de andere kabel op de laatste aardpen. De
voltmeter mag niet meer dan 0,8 kV aangeven. Als de spanning
hoger is, moet de aarding worden verbeterd. Breng in dat geval
meer aardpennen aan of zoek een betere bodem voor de
aardpennen.
N.B.:
-
U kunt de afstandsbediening ook gebruiken om de spanning te
Gebruik van de fault finder
controleren. Zie
-
Elektro-afrasteringsapparaten die in een melkschuur zijn
aangebracht, moeten op minstens 20 m afstand van de melkschuur
met een dubbel geïsoleerde draad worden geaard om contact met
het gebouw of de apparatuur te voorkomen.
62
Steek de aardemeetsonde van de
op blz. 58.
Veiligheidsvoorschriften
Definitie van gebruikte vakuitdrukkingen
Elektro-afrasteringsapparaat
– Een apparaat dat periodiek
spanningsimpulsen afgeeft aan een daarmee verbonden afrastering.
Afrastering
– Een afscheiding voor dieren of voor veiligheidsdoeleinden,
bestaande uit één of meer geleiders zoals metalen draden, pennen of
staven.
Elektrische afrastering
– Omheining met één of meer van de aarde
geïsoleerde elektrische geleiders, waarnaar vanuit een elektro-
afrasteringsapparaat stroomstoten worden gestuurd.
Afrasteringscircuit
– Alle geleidende delen of componenten binnen een
elektro-afrasteringsapparaat die met de uitgangsaansluitingen zijn
verbonden of daarmee galvanisch dienen te worden verbonden.
Aardingselectrode
– Metalen constructie die nabij een elektro-
afrasteringsapparaat in de grond wordt geslagen en elektrisch met de
uitgangs-aardeansluiting van het elektro-afrasteringsapparaat is
verbonden, en die onafhankelijk is van andere aardingsopstellingen.
Aansluitdraad
– Een elektrische geleider waarmee het elektro-
afrasteringsapparaat op de elektrische afrastering of de
aardingselectrode wordt aangesloten.
Elektrische weide-afrastering
– Een elektrische afrastering waarmee
dieren binnen of buiten een bepaald terrein worden gehouden.
Elektrische veiligheidsafrastering
veiligheidsdoeleinden wordt gebruikt en die uit een elektrische
afrastering en een fysieke begrenzing bestaat, die elektrisch van de
elektrische afrastering geïsoleerd is.
Fysieke begrenzing
– Een begrenzing met een hoogte van minstens 1,5
m die ten doel heeft onopzettelijk contact met de stroomvoerende
geleiders van de elektrische afrastering te voorkomen. Fysieke
begrenzingen worden gewoonlijk van verticaal schotwerk, stijve
verticale stangen, hard gaas, staven of kippengaas vervaardigd.
Vereisten voor elektrische weide-afrasteringen
Elektrische weide-afrasteringen en de bijbehorende apparatuur moeten
zodanig worden geïnstalleerd, bediend en onderhouden dat het gevaar
voor mensen, dieren en hum omgeving zoveel mogelijk wordt
verminderd.
Pas op!
Raak elektrische afrasteringsdraden vooral niet met het
hoofd, de nek of de romp aan. Klim niet over een meerdraads
elektrische afrastering heen, niet erdoorheen en niet eronderdoor.
Gebruik een poort of een speciaal ontworpen overgang.
Dit elektro-afrasteringsapparaat is niet bedoeld voor gebruik door
personen (ook kinderen) met verminderde lichamelijke, sensorische of
geestelijke vermogens dan wel gebrek aan ervaring en kennis, tenzij zij
onder toezicht staan van een persoon die voor hun veiligheid
verantwoordelijk is dan wel van wie zij instructies over het gebruik van
het elektro-afrasteringsapparaat hebben gekregen.
Op kinderen dient toezicht te worden gehouden om te voorkomen dat
zij met het elektro-afrasteringsapparaat gaan spelen.
Elektro-afrasteringsconstructies waarbij het gevaar groot is dat mensen
of dieren erin vastraken, dienen te worden vermeden.
– Een afrastering die voor