NEDERLANDS
aanbevolen kettingolie. U kunt het oliepeil controleren met
Schakel de zaag regelmatig uit en controleer vervolgens
De kettingzaag is uitgerust met een automatisch smeersys-
teen waarmee de kettingzaag en het kettingzwaard continu
van uw kettingzaag alleen olie van BLACK+DECKER te ge-
bruiken. De reden hiervoor is dat mengsels van verschillende
oliën de kwaliteit van de olie kunnen verslechteren. Dit heeft
tot gevolg dat de zaagketting veel korter meegaat en er extra
veiligheidsrisico's ontstaan. Gebruik nooit afvalolie, dikke olie
of zeer dunne naaimachineolie. Deze kunnen uw kettingzaag
sklasse (cat. nr. A6023-QZ).
De kettingzaag voorziet de ketting automatisch van olie
Inschakelen
Opmerking: U kunt de zaag pas inschakelen als de bescher-
de ontgrendelingsknop (2) in en druk vervolgens op de
handgreep stevig vast zodra de motor is gestart. Oefen
geen druk uit op het gereedschap en laat het werk over
aan de zaagketting.
Het gereedschap werkt het effectiefst en het veiligst op de
zaagketting (5) uitrekken.
Zorg dat het gereedschap niet op de netspanning is
aangesloten.
Het gereedschap is nu klaar voor gebruik.
Werking van de kettingrem tegen terugslag
beschermkap en drukt deze naar voren in de richting van het
werkstuk. Het gereedschap stopt binnen een seconde.
werkt.
u op een stabiele ondergrond staat. Zorg dat de zaagket-
"Kettingzaag inschakelen").
50
(Vertaling van de originele instructies)
Draai uw linkerhand naar voren rond de voorste
De zaagketting (5) moet binnen enkele fracties van een
seconde stoppen.
-
deactiveren, volgt u de instructies in het gedeelte "Kettingrem
afstellen".
Opmerking: Start de zaag pas opnieuw als de motor volledig
tot rust is gekomen.
Opmerking: Als de rem niet goed werkt, brengt u het
gereedschap naar een erkend servicecentrum van
BLACK+DECKER.
Als de zaagketting (5) of het zwaard (4) vast komt te zitten
Schakel het gereedschap uit.
-
Koppel het gereedschap los van de netspanning.
Open de snede met wiggen om de spanning van het
zwaard (4) weg te nemen. Probeer de kettingzaag niet los
te wrikken.
Ga verder met een nieuwe zaagsnede.
Onervaren gebruikers kunnen beter niet proberen om bomen
te vellen. De gebruiker kan letsel oplopen of schade veroor-
zaken als de boom in de verkeerde richting valt of versplintert,
vallen. De veilige afstand tussen een te vellen boom en
keer de hoogte van de boom. Elke omstander en elk gebouw
of voorwerp binnen deze afstand loopt het gevaar om geraakt
te worden door de vallende boom.
Voordat u een boom velt:
vellen van de boom verbieden.
Houd rekening met alle factoren die de valrichting kunnen
beïnvloeden, zoals:
De beoogde valrichting.
Een verdikking of rotte plek.
Omstaande bomen en obstakels zoals bovengrondse
kabels en ondergrondse afvoeren.
De richting en kracht van de wind.
Plan van tevoren een veilige uitweg, uit de buurt van vallende
die u kunnen hinderen. Bedenk dat nat gras en vers gezaagde
Vel geen bomen waarvan de stamdiameter groter is dan
de zaaglengte van de kettingzaag.
Maak een inkeping om de valrichting te bepalen.
Maak hiervoor aan de voet van de boom haaks op de val-
Maak vervolgens van bovenaf onder een hoek van circa
45° een tweede snede die het einde van de eerste snede
kruist en zo de inkeping vormt.