STANDBY:
Het SmartPack staat in de ruststand, en kan via
de functietoets van de afstandsbediening (afb.
3.2) of met de functietoetsen +/- van het
SmartPack (afb. 1.3) ingeschakeld worden.
De indicatie van de warmtestap (afb. 1.2)
knippert kort om de 2,5 seconden.
STANDBY
B E D I E N I N G E N FU N C TI E
Bediening van het SmartPack
Inschakelen:
Door kort indrukken van de functietoets '+' (ca. 1
seconde) of '-' (afb. 1.3) worden de SmartPacks in
de laagste verwarmingsgraad ingeschakeld.
Uitschakelen:
Door lang indrukken (3 seconden) van de
functietoets '–' (afb. 1.3) worden de SmartPacks
uitgeschakeld.
De SmartPack gaat naar de POWER OFF-
modus.
Geen enkele LED van de warmtestapindicatie
(afb. 1.2) licht op.
De verwarming is uitgeschakeld.
Warmtestap wijzigen:
Via de functietoetsen +/- (1.3) kunnen 3
verschillende verwarmingsgraden worden
ingesteld.
Met elke druk op de functietoets '+'(afb. 1.3)
verhoogt u het warmtevermogen.
Met elke druk op de functietoets '-'(afb. 1.3)
verlaagt u het warmtevermogen.
De betrokken verwarmingsstap wordt door het
oplichten van de verwarmingsstapindicatie (afb.
1.2) op het SmartPack aangegeven.
– 99 –