I
Al momento del test, il DIRIS deve avere corrente e ten-
sione su ciascuna fase.
In aggiunta, la funzione riconosce il fattore di potenza
(PF) dell'impianto compreso tra 0.6 < PF < 1 in una rete
4BL/4NBL. Se l'FP dell'installazione non è compreso
in questo intervallo, la funzione non può essere
utilizzata.
L'insieme del collegamento è controllato in 4 BL e
4nBL.
elenco degli errori per il Diris:
Err 0 = nessun errore
Err 1 = inversione del raccordo del TC sulla fase 1
Err 2 = inversione del raccordo del TC sulla fase 2
Err 3 = i nversione del raccordo del TC sulla fase 3
Err 4 = i nversione in tensione tra V1 e V2
Err 5 = i nversione in tensione tra V2 e V3
Err 6 = i nversione in tensione tra V3 e V1
Per quanto riguarda gli Err 1, Err 2 e Err 3, la modifi-
ca si può applicare automaticamente tramite DIRIS o
manualmente, correggendo il collegamento delle cor-
renti.
Per quanto riguarda gli Err 4, Err5 e Err 6, la modifica
si deve applicare manualmente, correggendo il collega-
mento delle tensioni.
NL
Tijdens de test moet de DIRIS stroom hebben en span-
ning op beide fasen.
Daarenboven, herkent de functie de PF van de instal-
latie tussen 0.6 < FP < 1 op een 4BL/4NBL netwerk.
Als de FP van de installatie zich niet binnen deze
zone bevindt kan deze functie niet worden gebruikt.
in 4 BL en 4nBL wordt het geheel van de aansluiting
gecontroleerd.
Lijst van fouten weergegeven door de Diris:
Err 0 = g een enkele fout
Err 1 = i nversie van de aansluiting van
de stroomtransformator op fase 1
Err 2 = i nversie van de aansluiting van
de stroomtransformator op fase 2
Err 3 = i nversie van de aansluiting van
de stroomtransformator op fase 3
Err 4 = S panningsinversie tussen V1 en V2
Err 5 = S panningsinversie tussen V2 en V3
Err 6 = S panningsinversie tussen V3 en V1
Voor Err 1, Err 2 en Err 3, kan de wijziging automatisch
plaatsvinden via de DiRis of handmatig door de aans-
luiting van de stromen te corrigeren.
Voor de Err 4, Err5 en Err 6 moet de wijziging handma-
tig worden doorgevoerd door middel van het corrigeren
van de aansluiting van de spanningen.
fONcTION DE TEST DE RAccORDEMENT
x 1
x 1
3 sec.
3 sec.
E
Durante la prueba, el DIRIS debe recibir corriente y
tensión en cada una de las fases.
Además, la función reconoce el FP de la instalación
entre 0,6 < FP < 1 en una red 4BL/4NBL. Si el FP de
la instalación no está en ese intervalo, no se podrá
utilizar la función.
En los modelos 4 BL y 4 NBL están controladas
todas las conexiones.Listado de errores comunicado
por el Diris:
Err 1 = i nversión de la conexíon TC fase 1
Err 2 = i nversión de la conexíon TC fase 2
Err 3 = inversión de la conexíon TC fase 3
Err 4 = i nversión intensión entre V1 e V2
Err 5 = i nversión intensión entre V2 e V3
Err 6 = i nversión intensión entre V3 e V1
En el caso de los modelos Err 1, Err 2 y Err 3, la
modificación puede realizarse de forma automática a
través del DIRIS o manual por medio de la corrección
de la conexión de la corriente.
En el caso de los modelos Err 4, Err5 y Err 6, la modi-
ficación puede realizarse de forma manual por medio
de la corrección de la conexión de la tensión.
DIRIS A-30 / A-41
40
DIRIS A-30/A-41 - Ref.: 535747D
45