Om in te korten, trekt u het vrije uiteinde van het koord in de richting
van de pijl. Om te verlengen, duwt u de nok met uw duim in de
richting van de pijl (fig. 2D) of trekt u aan de hendel.
Lory RopeLine gebruikt als positioneringsapparaat is niet
geschikt voor valstopdoeleinden. Als een val van hoogte een
mogelijkheid is, moet u altijd worden beveiligd met geschikte
middelen voor valbeveiliging of -preventie. Opschorting van
het hele lichaam aan een positioneringsapparaat kan moeilijk
zijn om uit te ontsnappen.
Figuur 3: RESTRAINT
Veranker een beveiligingssysteem loodrecht en weg van het punt
op de rand waar de werkplek zich bevindt. Elke mogelijkheid om
over de rand te vallen moet worden geëlimineerd. Knip hiervoor de
lijn in het lengteaanpassingselement op de juiste lengte af.
Wees vooral voorzichtig in de buurt van dakhoeken waar
aanvullende maatregelen nodig kunnen zijn.
Figuur 4: TIJDELIJKE VERANKERING ROND EEN STRUCTUUR
Om een anker te maken, schuift u het koord rond een structuur en
klikt u beide connectoren vast in het volgende element van de
veiligheidsketting (fig. 4A). Zorg ervoor dat de structuur waarop het
anker is geconstrueerd voldoende sterk is. Zet het apparaat vast
met een muilezelknoop en een platte knoop (fig. 4B) rond het
werkende deel van het touw. Gebruik bij grote hoeken (> 90 ° tot
120 °) een ring of een riggingplaat om tri-axiale belasting op
gewone connectoren te voorkomen (fig. 4C). Zet het apparaat
altijd vast, span de trekhaak niet aan en bescherm scherpe
randen (fig. 4D)! Als het anker deel uitmaakt van een
valbeveiligingssysteem,
neem
dan
maatregelen
om
schokbelastingen op te vangen.
Figuur 5: TIJDELIJKE VERANKERING OP EEN HORIZONTALE
REDDINGSLIJN (BELASTING VOOR TWEE PERSONEN)
De reddingslijn installeren
De structurele integriteit moet worden gegarandeerd door een
constructie die geschikt is voor het beoogde doel en per geval
wordt beoordeeld als onderdeel van een volledig in te vullen
risicoanalyse.
Construeer extremiteitankers met de bijgeleverde textielen
stroppen op een voldoende draagkrachtige constructie (MBS = 15
kN) in de voorziene krachtrichting. De maximale lengte van de
reddingslijn is 20 m. Indien langer dan 10 m, breng dan een
tussenanker aan zodat de overspanning niet langer is dan 10 m.
Span (1 persoon) de reddingslijn met een 3: 1 mechanisch voordeel
systeem (figuur 5A). Zet het apparaat vast met een muilezelknoop
en een bovenhandse afhechting (afbeelding 4B). De reddingslijn
mag geen schuurpunten hebben (gebruik beschermers),
50 50