BASIS bedieningspaneel
7
8
A
2
9
1
BASIC III
10
11
Linkse draaiknop
1
Instellen draadsnelheid in MIG/MAG en stroom in
MMA.
Tonen van stroominstelling
2
A
en draadsnelheid
Wanneer er niet gelast wordt, toont de display
de ingestelde draadsnelheid in MIG/MAG en de
stroominstelling in MMA. Tijdens lassen toont de display
de gemeten lasstroom.
Rechtse draaiknop
3
Instelling van het voltage of smoorspoel in
MIG/MAG.
Druk de
toets (3A) kort in:
Schakel tussen voltage instelling en smoorspoel instelling.
Toets
(3A) indrukken en vasthouden:
Instelling secundaire parameters.
Tonen van het voltage
4
V
Smoorspoelinstelling
In stand MIG/MAG wanneer er niet gelast wordt, toont
het display de ingestelde spanning of smoorspoel
instelling. Tijdens het lassen wordt de gemeten spanning
weergegeven. In stand MMA wordt altijd de gemeten
spanning weergegeven.
Spanning in volt
5
Wanneer de machine niet last, wordt de ingestelde
spanning weergegeven. De spanning kan worden
ingesteld tussen 10 en 65 V. In MMA is de spanning niet
instelbaar. Tijdens het lassen wordt de gemeten spanning
weergegeven.
Smoorspoelinstelling (MIG/MAG)
6
De smoorspoelinstelling maakt het mogelijk om
de reactiesnelheid van de kortsluitboog in te stellen. De
smoorspoelinstelling is regelbaar in stappen van -5,0 naar
+5,0.
5
V
4
6
3A
3
12
Bedieningspaneel vergrendelen
7
Vergrendelen: Steek de SD kaart in de kaartlezer en kies
"1", "2" of "All" m.b.v. de rechtse draai-
knop.
Ontgrendelen: Verwijder de SD kaart uit de kaartlezer.
Voor gedetailleerde informatie: zie
instructiehandleiding (50115024).
Temperatuur fout
8
De indicator knippert, wanneer de stroombron oververhit
is.
Tonen van de error codes
9
Zie instructiehandleiding (50115024).
MIG/MAG lasproces
10
Selecteer MIG/MAG lasproces. Druk de toets
in totdat de machine is gereset naar de MIG/MAG
fabrieksinstelling.
MMA lasproces
11
Selecteer MMA lasproces. Druk de toets
de machine is gereset naar de MMA fabrieksinstelling.
Schakelfunctie
12
Schakelfunctie kan worden geselecteerd in MIG/MAG.
Wanneer de indicator oplicht, is 4-takt geselecteerd
en wanneer de indicator uit is, is 2-takt geselecteerd. De
schakelfunctie kan tijdens het lassen niet worden veranderd.
2-takt:
Lassen start wanneer de toortsschakelaar ingedrukt wordt.
Om het lassen te stoppen, moet de toortsschakelaar
losgelaten worden en het terugbranden start. Het is mogelijk
om tijdens de gasnastroom de machine in te schakelen.
4-takt:
Lassen start wanneer de toortsschakelaar ingedrukt wordt.
De schakelaar kan losgelaten worden en het lassen gaat door.
Om het lassen te stoppen moet de toortsschakelaar opnieuw
ingedrukt worden waarna het terugbranden begint.
Afstellen van secundaire parameters
Houd de rechtse toets naast de rechtse draaiknop
(3A) ingedrukt om de parameter instellingen te
openen. Draai de linker draaiknop (1) om de parameter te
selecteren en draai de rechter draaiknop (3) om de juiste
waarde in te stellen van de geselecteerde parameter. Druk
op de toets rechts naast de rechter draaiknop (3A) om deze
functie te sluiten. Druk kort de
van Fxx (F = functie) parameter aanduidingen aan/uit.
MMA hotstart (MMA)
MMA hotstart helpt de boog tot stand
te laten komen d.m.v. een verhoogde startstroom. De
toegenomen startstroom wordt gedurende een vaste tijd
aangehouden om vervolgens te zakken naar de waarde
die is ingesteld voor de lasstroom. De hotstartwaarde is het
percentage waarmee de startstroom wordt opgevoerd ten
opzichte van de ingestelde stroom. Dit kan worden ingesteld
tussen 0 en 100% van de ingestelde stroom.
Hotstarttijd (MMA)
Hotstarttijd is de tijd waarin lassen in
hotstart actief is. De tijd kan ingesteld worden tussen 0 en
20 seconden.
in totdat
-toets (12) voor het tonen
51