PULSE / SYNERGIC bedieningspanelen
Spanning in volt
6
Wanneer de machine niet last, wordt de ingestelde
spanning weergegeven. De spanning kan worden
ingesteld tussen 10 en 65 V. In MMA is de spanning niet
instelbaar. Tijdens het lassen wordt de gemeten spanning
weergegeven.
Voltage trim (synergisch MIG)
7
De lasspanning kan worden aangepast in
geselecteerde synergische MIG/MAG programma's.
Tijdens het lassen wordt de gemeten spanning
weergegeven.
Smoorspoelinstelling (MIG/MAG)
8
De smoorspoelinstelling maakt het mogelijk om
de reactiesnelheid van de kortsluitboog in te stellen. De
smoorspoelinstelling is regelbaar in stappen van -5,0 naar
+5,0.
Lasnaadgemiddelde
9
Wanneer de boog is gedoofd, worden de stroom
en spanning indicatoren ingeschakeld. De lasnaad-
gemiddelde indicator is ingeschakeld. De gemiddelde
waarden voor stroom en spanning van de laatste 10 sec.
worden 5 sec. weergegeven of tot men aan de draaiknop
draait.
Bedieningspaneel vergrendelen
10
Vergrendelen: Steek de SD kaart in de kaartlezer en
kies "1", "2" of "All" m.b.v. de rechtse
draaiknop.
Ontgrendelen: Verwijder de SD kaart uit de kaartlezer.
Voor gedetailleerde informatie: zie
instructiehandleiding (50115024).
Temperatuur fout
11
De indicator knippert, wanneer de stroombron
oververhit is.
Overgangsgebied
12
(alleen bij synergische lasprogramma's)
De indicator licht op en waarschuwt over de instelling
wanneer dit binnen het overgangsgebied ligt.
Tonen van de error codes
13
Zie instructiehandleiding (50115024).
Selecteren sequenties
14
Houd de toets ingedrukt om de sequentie functie
te openen. Draai met de rechter draaiknop om het
gewenste sequentie nummer te selecteren. Druk de toets
kort in om de sequentie functie te sluiten.
Verander van sequentie door kort op de toortsschakelaar
te drukken. Deactiveer de sequentie functie door het
sequentie nummer op 0 in te stellen.
Hechtlassen (synergisch MIG/MAG)
15
Met deze toets is het mogelijk om van het
actuele lasprogramma om te schakelen naar
hechtlassen. Sequentie, hotstart en down-slope zijn niet
in te stellen in hechtlasfunctie. Deze functie heeft een
eigen stroomwaarde. In hechtlasfunctie is alleen tweetakt
schakelen mogelijk.
Duo PLUS
(synergisch MIG/MAG)
TM
16
Duo PLUS
pulseert de draad en is in staat om
TM
langzaam te pulsen zoals te zien bij vele TIG
machines. Deze lasmethode kan worden gezien als
een lijn van gedeeltelijke overlapping van lasjes welke
resulteert is een karakteristieke lasnaad vergelijkbaar met
een TIG lasnaad.
Het voordeel van deze functies is, dat het smeltbad
wordt verminderd en het penetratievermogen wordt
vergroot terwijl de lassnelheid blijft gehandhaafd. Deze
lasmethode heeft een groot voordeel waar speciale
eisen worden gesteld aan een gecontroleerd smeltbad
bijvoorbeeld wanneer verschillende materiaaldiktes zijn
samengevoegd.
17
Pulslassen
Pulsmig lassen aan/uit.
Schakelfunctie
18
Schakelfunctie kan worden geselecteerd in
MIG/MAG. Wanneer de indicator oplicht, is 4-takt
geselecteerd en wanneer de indicator uit is, is 2-takt
geselecteerd. De schakelfunctie kan tijdens het lassen niet
worden veranderd.
2-takt:
Lassen start wanneer de toortsschakelaar ingedrukt
wordt. Om het lassen te stoppen, moet de toorts-
schakelaar losgelaten worden en het terugbranden start.
Het is mogelijk om tijdens de gasnastroom de machine in
te schakelen.
4-takt:
Lassen start wanneer de toortsschakelaar ingedrukt
wordt. De schakelaar kan losgelaten worden en het
lassen gaat door. Om het lassen te stoppen moet de
toortsschakelaar opnieuw ingedrukt worden waarna het
terugbranden begint.
Afstellen van secundaire parameters
Houd de rechtse toets naast de rechtse draaiknop
(4A) ingedrukt om de parameter instellingen te
openen. Draai de linker draaiknop om de parameter te
selecteren en draai de rechter draaiknop om de juiste
waarde in te stellen van de geselecteerde parameter. Druk
op de toets rechts naast de rechter draaiknop (4A) om
deze functie te sluiten. Druk kort de
het tonen van Fxx (F = functie) parameter aanduidingen
aan/uit.
MMA hotstart (MMA)
MMA hotstart helpt de boog tot stand
te laten komen d.m.v. een verhoogde startstroom. De
toegenomen startstroom wordt gedurende een vaste tijd
aangehouden om vervolgens te zakken naar de waarde
die is ingesteld voor de lasstroom. De hotstart-waarde is
het percentage waarmee de startstroom wordt opgevoerd
ten opzichte van de ingestelde stroom. Dit kan worden
ingesteld tussen 0 en 100% van de ingestelde stroom.
Hotstarttijd (MMA)
Hotstarttijd is de tijd waarin lassen in
hotstart actief is. De tijd kan ingesteld worden tussen 0 en
20 seconden.
-toets (18) voor
55