Cerberus DL500 Manual De Instrucciones página 8

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 7
DL500 Akoestische glasbreukdetector
Installatievoorschriften
Toepassing
De DL500 akoestische glasbreukdetector wordt gebruikt voor het overwaken van vi-
trines en glazen deuren tegen glasbreuk. De detector kan in een groot aantal toepas-
singen gebruikt worden doordat een veilige en betrouwbare detectie van glasbreuk
gegarandeerd wordt voor kleine en grote glasoppervlakken, enkele of dubbele begla-
zing, en dit zowel voor gewoon vensterglas, gehard veiligheidsglas, gewapend glas
als draadglas.
Werking
De DL500 is een intelligente akoestische glasbreukdetector, gebaseerd op de nieuw-
ste microprocessortechnologie. Met een sample frequentie van 20kHz worden de
akoestische signalen via een speciale breedbandmicrofoon in de te controleren
ruimte geregistreerd.
De hierbij geregistreerde informatie wordt ca. 80 keer per seconde verwerkt om te be-
palen of er zich een werkelijke glasbreuk heeft voorgedaan. De speciale 3x3-sig-
naalevaluatie-algoritmen zijn gebaseerd op de analyse van 3 verschillende parame-
ters (tijd, vermogen en amplitude) in 3 verschillende frequentiebereiken (infrasoon,
hoorbaar en ultrasoon) en bieden daarmee een veilige en betrouwbare detectie van
glasbreuk. Het is enkel wanneer de signaalinformatie overeenkomt met de karakteris-
tieken van glasbreuk dat de detector een alarm veroorzaakt. De 3x3-signaalevalua-
tie-algoritmen maken het voor de DL500 detector mogelijk om zich automatisch aan
omgevingen met een hoger geluidsniveau aan te passen.
De DL500 detector bezit eveneens een testmodus voor de verificatie van de goede
werking door gebruik te maken van het GT-2 testapparaat. Een timer zorgt ervoor dat,
na 5 minuten, de detector automatisch naar de normale bedrijfsmodus terugschakelt.
Een ingebouwde voeding/status LED maakt het voor de eindgebruiker mogelijk om te
verifiëren of de detector klaar is voor gebruik. De DL500 heeft een uitschakelbare
alarmgeheugen LED voor de indicatie van een vorig alarm. Deze alarm LED kan gere-
set worden, ofwel door de testknop in te drukken, ofwel door een laag signaal op de
RESET ingang toe te passen.
Installatie
afb. 2 – 5, 9
De DL500 kan enkel gebruikt worden voor installatie binnenshuis. De detector dient,
ofwel op de tegenoverliggende muur tot het te beveiligen glasoppervlak, ofwel aan het
plafond gemonteerd te worden. Hij mag niet in een onmiddellijke luchtstroom geplaatst
worden. De detector moet direct in het zicht van de te beveiligen glasoppervlakken
gemonteerd worden en zijn afstand tot het verste punt van het glas mag niet meer dan
6.5m bedragen. De afstand tussen de detector en het dichtstbijzijnde te beveiligen
glasoppervlak mag niet minder dan 1.2m zijn. De detector moet gemonteerd worden
op een minimum afstand van 0.15m tot een aanpalende muur of plafond en op een
minimum hoogte van 1.8m tot de vloer.
Eens de montageplaats bepaald is, kan de installateur kiezen om de detector tijdelijk
te monteren en een eerste functionele test uit te voeren.
Nadat men een geschikte montageplaats gekozen heeft en een eerste functionele
test uitgevoerd is, moet de detector definitief gemonteerd worden op een stabiel en
trillingsvrij oppervlak. Na de montage van de detector dient men het deksel terug te
plaatsen (afb. 9) en een eindtest uit te voeren om de goede werking van de detector te
verzekeren (zie ,Testfunctie').
Afb. 2 Goede plafondmontage / Goede muurmontage
Afb. 3 Om het deksel van de DL500 te verwijderen, dient u de vijs los te schroeven en
het deksel tegen de detector te duwen tot het loskomt.
Opmerkingen
De detector mag niet aan de muur, waar het te beveiligen glasoppervlak gesitueerd
is, bevestigd worden.
In gevallen waar het glas bedekt is met binnenluiken of geluiddempende gordijnen,
of waar panelen de detector verbergen, moet de detector gecontroleerd worden op
de goede werking vooraleer hij definitief gemonteerd wordt (zie ,Testfunctie').
Probeer niet om, met één enkele detector, glas te beveiligen in meerdere ruimtes,
zelfs indien het testbereik een goede werking weergeeft. Dit is een voorzorgsmaat-
regel in geval deuren of andere scheidingen tussen ruimtes geplaatst zijn.
De DL500 dient niet in een 24-uurs-detectorlijn te worden gebruikt.
Programmatie
afb. 7
Voeding / Status LED groen
Uit
Aan
Wanneer de aansluitklemmen van brugje J3 gesloten worden, dan zal de groene LED
oplichten zolang de voedingsspanning op de detector aanwezig is. Deze groene LED
zal gedurende 1 seconde doven wanneer er zich een intensief geluid voordoet in het
bovenste frequentiebereik, melding makend van een pre-alarm indicatie.
Hoewel er veel geluidsbronnen zijn die de groene LED kunnen doven en aanleiding
kunnen geven tot een pre-alarm indicatie, toch zullen ze de detector geen alarm doen
activeren zonder aanwezigheid van de andere geluidskarakteristieken, zoals vereist
door de 3x3 technologie.
Alarm LED rood
Knippert 2,5s bÿ alarm
Voortdurend AAN na alarm
Volgen alarmrelaisconditie
RESET
Wanneer er zich een alarm voordoet, zal de rode alarm LED gedurende 2.5 seconden
knipperen. Indien een LED met geheugenwerking gewenst is voor de indicatie van
een vorig alarm, dan dienen de aansluitklemmen van J4 verbonden te worden, ge-
bruikmakend van het bijgeleverde brugje.
Wanneer de geheugen LED aan is, dan zal deze LED een nieuw alarm aangeven door
gedurende 2.5 seconden te knipperen en daarna opnieuw continu op te lichten. De
geheugen LED kan gereset worden, ofwel door een LAAG signaal op de RESET in-
gang toe te passen, ofwel door de SW2 testknop drie maal in te drukken. Wanneer een
continu LAAG signaal op de RESET ingang toegepast wordt, zal de alarm LED de indi-
catie van het alarmrelais volgen (= geen geheugenwerking).
01.97
Brugje J3
open
gesloten
Brugje J4
RESET ingang
open
niet gebruikt
gesloten
niet gebruikt
gesloten
permanent LAAG
gesloten
met LAAG
Anti-sabotagecontact
afb. 7, SW1
De DL500 detector heeft een ingebouwd anti-sabotagecontact (SW1) dat een nor-
maal gesloten contact geeft wanneer het deksel gesloten is. Verwijdering van het dek-
sel veroorzaakt een open contact en een anti-sabotage indicatie. Men moet, om een
goede werking te verzekeren, de bijgeleverde veer samen met het anti-sabotagecon-
tact gebruiken.
Testfunctie
afb. 7, SW2
De DL500 detectoren vereisen geen gevoeligheidsaanpassingen, nochtans, door de
vele factoren die invloed hebben op de ruimteakoestiek, dienen glasbreukdetectoren
getest te worden teneinde een zo goed mogelijke werking te verzekeren. Selecteer
een montageplaats en verwijder het deksel van de detector. Schakel de voeding aan
en druk één maal op de testknop (SW2). Het afwisselend snel knipperen van de rode
en groene LED's geeft aan dat de detector klaar is voor een test in het bovenste fre-
quentiebereik. Plaats het deksel terug op de detector.
Plaats de Alarmcom GT-2 glasbreuktester voor het glas, op het verste punt van de
detector terwijl u deze naar de detector richt. Indien gordijnen of zonneblinden aanwe-
zig zijn, zorg ervoor dat ze dicht zijn en dat de GT-2 apparatuur tussen het glas en de
gordijnen geplaatst is.
Zet de schakelaar van de GT-2 op TEST positie, een gesimuleerd glasbreukgeluid zal
ongeveer om de tien seconden geproduceerd worden. Indien het glas zich binnen het
detectiebereik van de detector bevindt, zullen de knipperende LED's gedurende 2.5
seconden oplichten ingevolge het gesimuleerde glasbreukgeluid van de GT-2. Ter-
zelfdertijd wordt het alarmrelais geopend zodanig dat de overeenkomstige detectielus
van de alarmcentrale geactiveerd wordt.
Een tweede testmodus wordt gebruikt om de reactie van de detector in het lager fre-
quentiebereik te testen. Om, terwijl men in de hoog frequentie test modus is, toegang
te krijgen tot deze modus, dient men een tweede maal de testknop (SW2) in te druk-
ken. De rode en groene LED's zullen nu trager en afwisselend knipperen, dit duidt aan
dat de detector klaar is voor een test in het laag frequentiebereik. Terwijl de detector in
deze modus is, zal een krachtige slag met de hand of met een ander hard voorwerp op
een dragende, holle muur, plafond of deur in dezelfde ruimte, ervoor zorgen dat de
knipperende LED's gedurende 2.5 seconden oplichten en dat het alarmrelais ge-
opend wordt. Het doel van deze test is enkel te controleren of de detector bekwaam is
om te reageren op signalen uit het laag frequentiebereik ; het kan niet beschouwd wor-
den als een test van het detectiebereik.
De testmodus duurt 5 minuten, waarna de detector automatisch zal overschakelen
naar de normale bedrijfsmodus. Om manueel de testmodus te verlaten, druk op de
testknop tot de LED's stoppen met knipperen.
Testfunctie b.m.v. de GT-2 test-eenheid
Indien de detector, terwijl deze zich in de normale bedrijfsmodus bevindt, moet nage-
zien worden op de juiste werking, dient u de onderstaande instructies te volgen bij ge-
bruik van de GT-2 test-eenheid:
1. De detector dient zich in de normale bedrijfsmodus te bevinden, het deksel op de
detector geplaatst.
2. Houdt de GT-2 test-eenheid rechtstreeks tegen het te beveiligen glasoppervlak,
terwijl u de luidsprekeropening naar de detector richt. Plaats de modeselectie-
schakelaar op RUN.
3. Een klap met uw vlakke hand op het te beveiligen glasoppervlak zal tot gevolg heb-
ben dat de GT-2 eenheid automatisch een luid gesimuleerd glasbreukgeluid produ-
ceert.
Indien de detector goed geïnstalleerd is, en indien er geen zicht-belemmerende voor-
werpen tussen de testeenheid en de detector staan, dient de detector een alarm weer
te geven.
Opmerking: De GT-2 eenheid produceert een hevig glasbreukgeluid, daarom mag
deze niet in de nabijheid van het oor functioneren. Men kan een beschadiging van het
oor oplopen.
Technische gegevens
Signaalevaluatie technologie
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voedingsspanning
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
– spanningsoverwaking
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Stroomverbruik bij 12V
DC
– in rust, geen LED's actief
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
– in rust, voeding/status-LED actief
– in alarm, alarm-LED actief
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
– in rust, voeding/status-LED en alarmgeheugen-LED actief
Alarmuitgangen
– alarmrelais NG-contact
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
– sabotagecontact
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gevoeligheid
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Maximaal detectiebereik
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
– min. detektiebereik te controleren
– soorten glas getest: 3.1mm standaard glas
6.3mm gehard veiligheidsglas
6.3mm gewapend glas
6.3mm draadglas
Bedrijfstemperatuur
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Vochtigheid (klasse vlg. DIN)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
DL500
Akoestische glasbreukdetector
. . .
GT-2
Akoestische testapparatur voor DL500
. . . . .
3x3 (patent aangevraagd)
10 – 14V
6.4V (400mV hysteresis)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . .
100V
30V
automatisch ingesteld
straal ca. 6.5m
0.3m x 0.3m
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
0 C tot 50 C
F (<95% rel.)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
p 8
of V
AC
DC
18mA
22mA
11mA
25mA
/ 500mA
DC
/ 50mA
DC
507 338
507 419
1592

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido