BE
opstarten
Programmeren van de module
Er zijn twee mogelijkheden:
Situatie 1: De ketel heeft een BUS BridgeNet®-verbinding, de instel-
ling gebeurt vanaf de ketel of vanaf een (optionele) afstandbediening.
Situatie nr. 2: de module is onafhankelijk, de instelling van de zones
gebeurt vanaf de optioneel leverbare afstandbediening.
Initialisatie
Voordat u de procedure start, moet u controleren of de kringen met
water zijn gevuld en correct zijn ontlucht.
Als alle apparatuur is aangesloten, voert het systeem een herkenning
van de apparatuur en een automatische initialisatie uit.
Confi guratie van de module
Toets
1) Schakel het display in door op de toets OK te drukken. Het scherm
licht op.
2) Druk gelijktijdig 5 seconden lang op de toetsen
de afstandbediening.
3) Maak met behulp van de programmaknop de code 234 zichtbaar
en bevestig dan met de toets OK.
4) Draai de knop naar rechts om naar de optie MENU te gaan en be-
vestig dan met de toets OK.
5) Zoek het menu 7 "Multizone module" met behulp van de program-
maknop en bevestig dan met de toets OK. Selecteer het submenu
72 "Multizone" en bevestig dan met de toets OK. Selecteer de para-
meter 720 en bevestig dan met de toets OK en selecteer MGm II
parameter 2 of MGm III parameter 3 en bevestig dan met de
toets OK.
Confi guratie van de module vanaf de ketel
1) Druk op de toets menu/ok. Na de weergave van CODE, drukt u op
menu/ok, de code 222 verschijnt.
2) Draai de programmaknop naar rechts,maak dan de code 234 zicht
baar enbevestig met de toets menu/ok.
3) Op het scherm verschijnt MENU, bevestig en selecteer dan het
menu 7 en bevestig met de toets menu/ok.
4) Selecteer het submenu 72 en bevestig met de toets menu/ok.
5) Selecteer het submenu 720 en beves tig met de toets menu/ok.
6) Selecteer de parameter 2 voor MGm II en parameter 3 voor
MGm III en bevestig met de toets menu/ ok (zie Menu 720 in de
instelli gen tabel).
7) Druk een paar keer op de toets esc om terug te gaan naar de ke-
telweergave.
66
met afstandbediening
Toets OK
OK
Programmaknop
en OK van
Ontluchten
De automatische ontluchtingsfunctie van de module is alleen actief
vanaf de ketel in de situatie van een BUS BridgeNet®-verbinding
(situatie nr. 1).
De ontluchtingsfunctie wordt uitgevoerd door gedurende 5 seconden
te drukken op de toets esc van de ketel of door de parameter 7 0 1
te activeren.
Als de ontluchtingsfunctie is geactiveerd, voert de module een ON/
OFF-cyclus uit van de circulatiepomp, van de mengkraan. Hierdoor
wordt de in de kring aanwezige lucht in circulatie gebracht. Indien
nodig kunt u een nieuwe cyclus activeren.
Vorstbeveiliging
Als de vertrekvoeler een temperatuur lager dan 5 °C registreert,
wordt de vorstbeveiliging geactiveerd. Si Als de vorstbeveiliging is
geactiveerd, opent de module laat hij de circulatiepomp.
Antiblokkeerfunctie
Elke 24 uren van inactiviteit, wordt een antiblokkeercyclus uitgevoerd
van de circulatiepomp en van de mengkraan.