KLEURTEMPERATUUR
Deze optie past de verschillende kleurtemperaturen van het beeld aan.
1. Druk op de knop Menu en op de knop of om het menu Beeld te selecteren.
2. Druk op de knop ENTER of en selecteer vervolgens Kleurtemperatuur met de toets .
3. Druk op of om de verschillende kleurtemperaturen in te stellen:
4. Druk op de Menu-toets om terug te keren naar het hoofdmenu, of druk op de Exit-toets
om het menu te verlaten.
Standaard: Deze modus wordt over het algemeen gebruikt in een omgeving met constante
•
lichtsterkte.
Koel: Deze modus is ideaal voor stukken met intense verlichting: de instellingen van de
•
lichtsterkte, de kleur en de scherpte zijn lager dan die van de andere modi.
Warm: Deze modus is ideaal voor duistere omgevingen. De lichtsterkte is hoger dan in de
•
andere modi.
FORMAAT
Deze optie stelt het beeldformaat in.
1. Druk op de knop Menu en op de knop of om het menu Beeld te selecteren.
2. Druk op de knop ENTER of en selecteer vervolgens Beeldformaat met de toets .
3. Druk op of om het beeldformaat te bepalen:
Automatisch -> 4:4 -> Volledig -> Zoom 1 > Zoom 2
4. Druk op de Menu-toets om terug te keren naar het hoofdmenu, of druk op de Exit-
toets om het menu te verlaten.
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
. RUISONDERDRUKKING (NR)
Met deze optie kunt u storingen verminderen terwijl u een programma bekijkt.
1. Druk op de knop Menu en op de knop of om het menu Beeld te selecteren.
2. Druk op de knop ENTER of en selecteer vervolgens Geavanceerde instellingen met de
toets
.
3. Druk op de knop ENTER om te bevestigen.
Standaard -> Koel -> Warm
251
V.1.0