Fontanot Arke Enduro Instrucciones Para El Ensamblaje página 16

Nederlands
Alvorens met de montage van de trap te beginnen, is het aan te raden om alle onderdelen uit te pakken en de
artikelen, naast elkaar, soort bij soort, uit te stallen en zodoende na te gaan of de levering compleet is. (TAB1: A =
Code, B = hoeveelheid)
Wij raden U ook aan, alvorens met de montage te beginnen, de bijgeleverde DVD te bekijken.
Montage van de trap
1. De klembussen D32 in de treden (L02) plaatsen en vastzetten aan de ringen D33. De schroeven C31
aandraaien. De onderdelen C13 en C31 in de klembussen D32 monteren (fig. 2).
2. Monteer de elementen BE3, CC5, CC6 aan de zuil C07 (fig. A).
3. Meet nauwkeurig de hoogte tussen afgewerkte vloer onder- en afgewerkte vloer bovenaan om de hoeveelheid
tussenringen te bepalen (D03) (TAB.2).
4. Voeg de afstandsringen D14+DO3+D02 en DO4+D03+DO2 tot èèn geheel - Tab.1
5. Monteer de grondpIaat (B17- G03 - B46).
Eigenlijke montage
6. Om de grondplaat G03+B17+B46 op de juiste plaats aan te brengen maakt U gebruik van het bordes E03 (fig. 3)
7. Plaats de grondplaat (G03+B17+B46) en boor met ø 14 mm (fig. 3).
8. Fixeer de grondplaat (G03+B17+B46) en draai de bouten B13 aan.
9. Draai nu de binnenspil G02 vast op de basis B46 (fig. 1).
10. Breng de afdekplaat D05 aan (fig. 4).
11. Breng de eerste afstandsring (D14+D03+DO2) aan (fig. 4).
12. Breng de trede L02 aan, vervolgens weer een afstandsring (D04+D02+D02) een trede L02 enz. tot de
laatste trede. Aanbevolen wordt, de treden beurtelings links en rechts te plaatsen om zodoende een goede
tussenbalans te houden van de spiltrap (fig. 4).
13. Aan het einde van de eerste paal (GO2) schroef je er het element B47 op en schroef de tweede paal (GO2) er
bovenop.
14. Gebruik het element D01 in het element DO4 wanneer U het draadeind G01 bereikt. Laat +/- 15 cm draadeind
boven de vloer uitsteken (fig.5).
15. Monteer als laatste het bordes E03, met daarop de eindplaat B05 en de sluitring B04, draai de moer B03 aan
maar niet te vast zodat het verdraaien van de treden mogelijk blijft (fig. 1).
Bevestiging van het bordes
16. Boor met ø 14 mm in de daarvoor bestemde gaten.
17. Fixeer definitief het element B13 (fig. 1).
Bevestiging van de trapbalustrade
18. Verdeel de treden (LO2) volgens een door U gekozen rotatie links of rechts, wat in uw situatie het gemakkelijkst
is (fig. 6).
19. Beginnend bij het bordes (E03), plaats je de eerste lange spijl (CO7): 1)Meet de hoogte TUSSEN het bordes
(E03) en de daaronder-Iiggende trede (LO2) en voeg bij deze maat 2,5 cm bij. Zaag het bovenste deel van de
spijl (CO7) af. Doorboor het bordes (E03) met een boor van ø 9 mm. Verzamel de elementen F01 door gebruik te
maken van de elementen B89, B27 en B23. Breng de spijl met de afgezaagde zijde in tussen het element F01
onder aan het bordes en de trede (L02). Schroef de elementen C31 van de trede en het bordes vast. Bevestig
met het element C31, het overblijvende deel van de spijl (CO7) in het element F01 boven op het bordes (fig. 1).
20. Breng nu de langste spijlen (CO7) aan door ze van boven naar onder door de treden (L02) te schuiven zodat de
treden onderling met elkaar verbonden zijn. Je krijgt zo al de gewenste uitwaaiering. Schroef de spijl vast met
inbusschroefje B02 van de onderste trede.
21. Als alle treden uitgewaaierd zijn, controleer je nog even of alle spijlen (CO7) loodrecht staan.
22. Schroef nu de hoofdmoer B03 definitief aan.
23. Nu kan het inbusschroefje van de bovenste trede eveneens vastgeschroefd worden (fig. 2).
24. Controleer nog even of alle spijlen (CO7) loodrecht staan, verbeter eventueel door de vorige handelingen te
herhalen.
25. Bevestig aan de vloer, onder de eerste spijl (CO7) het potje F01 en bevestig door te boren met een boor van
Ø 8 mm aan de vloer met elementen B11, B12, C29 en C31.
26. Maak nu alle spillen even lang en breng ze aan zoals de vorige (fig.1). Breng de eerste spijl (CO7) met
versterkingselement (C30) aan.
16 - cz