6
ONDERHOUD
De machine is ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos
te functioneren met een minimum aan onderhoud. Om dit te
garanderen zijn echter enkele eenvoudige, regelmatig uit te
voeren onderhouds- en reinigingswerkzaamheden noodzakelijk
die in dit hoofdstuk worden beschreven. Indien u met de nodige
voorzichtigheid te werk gaat en regelmatig onderhoud uitvoert,
zullen eventuele problemen veelal ontdekt en gecorrigeerd
kunnen worden voordat ze tot stilstand leiden.
De aangeven onderhoudsintervallen kunnen variëren
afhankelijk van de specifieke arbeids- en
bedrijfsomstandigheden. Daarom wordt aanbevolen - naast het
hier aangegeven periodieke onderhoud- de machine jaarlijks
aan een grondige, algehele inspectie te onderwerpen. Neem
hiertoe contact op met uw leverancier.
WAARSCHUWING
Achterstallig onderhoud kan leiden tot brand.
WAARSCHUWING
Schakel de machine altijd uit en ontkoppel deze van
het net alvorens onderstaande werkzaamheden uit te
voeren. Lees eerst de onderhoudsvoorschriften
vooraan in deze handleiding.
6.1
Periodiek onderhoud
De met een [*] aangegeven onderhoudswerkzaamheden in
onderstaande tabel mogen door de gebruiker worden
uitgevoerd; de overige werkzaamheden zijn voorbehouden aan
daartoe opgeleide en bevoegde service-technici.
Cursief gedrukte tekst heeft betrekking op opties en
accessoires.
Onderdeel
Actie
Behuizing
Reinig de
buitenkant van de
machine met een
niet-agressief
schoonmaak-
middel.
Reinig de
binnenkant van de
machine met
behulp van een
industriële
stofzuiger en
verwijder het stof
uit het filter-
compartiment.
Vonken-
Reinig het
vanger,
complete
ionisator,
filterpakket met
collector en
behulp van een
nafilter
industriële
stofzuiger.
Controleer alle
filters op
beschadigingen.
Ventilator
Controleer de
ventilator en het
ventilatorhuis op
aangekoekt vuil.
Indien nodig
reinigen.
Controleer het
afdichtings-
materiaal bij de
ventilator. Indien
nodig vervangen.
0507250010/010513/G MFE
Frequentie: elke X
maanden
X=
X=3
X=6
X=12
a
0,5-2
X [*]
X [*]
X [*]
X
X
Onderdeel
Actie
Netsnoer
Controleer het
netsnoer op
beschadigingen.
Indien nodig
repareren of
vervangen.
Actief
Controleer op
koolfilter
beschadigingen,
vervuiling en
verzadiging.
Indien nodig
vervangen.
a.
De reinigingsfrequentie is afhankelijk van het lasproces en de
lasintensiteit.
6.2
Reinigen van de filters
LET OP!
Draag altijd een stofmasker en handschoenen bij het
vervangen/reinigen van de filters.
Reinig de filters:
- wanneer de ionisator en/of de collector een knetterend geluid
maakt (hoogspanningscontrolelamp begint te knipperen of
dooft geheel); of
- zodra de afzuigcapaciteit ontoereikend wordt; of
- bij beschadiging.
Omdat het soort en de mate van vervuiling sterk afhankelijk zijn
van bij voorbeeld de samenstelling van de lasrook, de
vochtigheidsgraae en de lasintensiteit, is het veelal een
ervaringskwestie wanneer de filters gereinigd moeten worden.
Dit moet echter regelmatig (iedere 2 weken tot iedere 2
maanden) gebeuren.
Reinig de filters als volgt.
6.2.1 Demontage van de filters
Fig. 6.1
•
Schakel de machine uit en koppel los van het net.
•
Draai de sterknop (A) los en verwijder de filterkap (B).
A
B
Fig. 6.1: Openen van de filterkap
Frequentie: elke X
maanden
X=
X=3
X=6
X=12
a
0,5-2
Vooraf
aan
elk
ge-
bruik
X [*]
X
NL - 6