Elektrische bedrading
10 ELEKTRISCHE BEDRADING
10.1 ALGEMENE INFORMATIE
L E T O P
•
Schakel de netvoeding naar de binnen- en buitenunits uit
voordat u elektriciteitswerken of een routinecontrole uitvoert.
Wacht drie minuten voordat u het installatie- of onderhouds-
werk begint.
•
Zorg ervoor dat de interne en externe ventilators volledig
stilstaan voordat u elektriciteitswerken of routinecontroles
uitvoert.
•
Bescherm de kabels, afvoerleiding, elektrische componenten
etc. tegen knaagdieren en insecten. Zo niet, dan kunnen deze
de onbeschermde componenten beschadigen, wat kan leiden
tot brand.
•
Zorg ervoor dat de kabels niet in contact komen met de kou-
demiddelleidingen, metalen randen, printplaten (PCB's) of
elektrische componenten binnen in de unit. Dit kan namelijk
de kabels beschadigen en brand veroorzaken.
•
Klem de kabel stevig vast in de binnenunit met behulp van de
plastic flenzen.
10.2 ALGEMENE CONTROLES
1 Zorg ervoor dat de door de installateur voorziene elektrische
componenten (hoofdschakelaars, circuitonderbrekers, dra-
den, verbindingen en klemme) correct zijn gekozen in over-
eenstemming met de elektrische gegevens.
a. De voeding naar de unit moet verlopen via een exclusieve
voedingsschakelaar en via een circuitonderbreker, die is
gecertificeerd en geïnstalleerd in overeenstemming met
de lokale of nationale veiligheidsreglementen.
b. Sluit de voeding voor elke groep van binnenunits aan op
de correcte groep van buitenunits (maximaal vermogen
van elke groep binnenunits: 26 HP). Meng geen units uit
verschillende groepen.
c. In warteterugwinningssystemen kunnen de CH-unit en de
binnenunit van hetzelfde koudemiddelcircuit worden ge-
voed door dezelfde hoofdschakelaar.
2 Controleer of de toevoerspanning tussen 90 en 110% van de
nominale spanning ligt. Als de spanning te laag is, zal het
systeem niet opstarten.
3 In de volgende situaties werkt het koel-/verwarmingssysteem
eventueel niet goed:
•
wanneer het systeem wordt gevoed via dezelfde voedingslijn
van andere grote verbruikers (zware machines, omvormers,
kranen, lasmachines etc.);
•
wanneer de voedingskabels van grote verbruikers en van het
koel-/verwarmingssysteem erg dicht bij elkaar liggen. Er kan
zich dan inductie voordoen in de bedrading van het koel-/ver-
warmingssysteem als gevolg van een snelle stijging in het
stroomverbruik tijdens het opstarten van deze grote verbrui-
kers. Daarom dient u voor u met het installatiewerk begint de
reglementen en normen voor het beveiligen van voedingska-
bels te raadplegen.
576
PMML0294A_rev.2_02-2014.indb 576
PMML0294A rev.2 - 07/2014
G E VA A R
•
Gebruik een aardlekschakelaar met gemiddelde gevoe-
ligheid en een reactiesnelheid van 0,1 of sneller. Als deze
schakelaar niet is geïnstalleerd, bestaat er gevaar op
elektrische schokken en/of brand.
•
Installeer een aardlekschakelaar, zekering en circuiton-
derbreker voor de voedingskabel van elke buitenunit. Zo
niet, bestaat er gevaar op een elektrische schok of brand.
O P M E R K I N G
Raadpleeg voor meer informatie de van toepassing zijnde wetge-
ving van het land waarin de unit zal worden geïnstalleerd.
4 Voor het voorbereidingswerk van de voedingskabel van de
unit moeten de bepalingen in de lokale en nationale wetge-
ving strikt worden opgevolgd.
5 Controleer dat de aardkabel correct is aangesloten.
G E VA A R
•
Sluit de aardkabel nooit aan op de koudemiddelleidin-
gen. Het gas in de leidingen kan brand veroorzaken.
•
Sluit de aardkabel nooit aan op een bliksemafleider. Dit
doet namelijke het elektrische potentiaal van de aarde
abnormaal hoog stijgen.
14/07/2014 12:33:22