U installeert de sensor best centraal tussen twee verwarmingskabels.
Vermijd mechanische schade aan de verwarmingskabel! Tracht de vloer-
sensor zo dicht mogelijk bij de bovenste vloerbedekking te plaatsen voor
de beste temperatuurcontrole. Als er twee verwarmingsmatten geïnstal-
leerd worden, moet de sensor tussen deze twee matten geplaatst worden.
In geval van schade kan een verbindingsmof gebruikt worden. Neem alle
toepasselijke installatie-instructies in acht.
Technische gegevens
Nominaal voltage
Nominaal vermogen
Stroomonderbreker
Min. buigingsstraal
Min. kabeltussenafstand
Max. blootstellingstemp.
Min. installatietemp.
Doorsnede geleider
koude draad
Lengte koude draad
Goedkeuringen
Deze vloerbedekkingsmaterialen kunnen worden gebruikt bij het laagste
warmtegeleidingsvermogen:
Tegels / marmer / graniet
Fig. A: 1 Tegellijm + vloerbedekking (bijv. vloertegels)
2 Waterdichte laag (bijv. voegmiddel): eventueel te plaatsen in
vochtige ruimten
3 Verwarmingsmat + grondlaag (optie) + vulmiddel (min. 5 mm)
4 Ondervloer
5 Isolatie
6 Draagconstructie (bijv. beton)
7 Vloerthermostaat
T2QuickNet-N
AC 230 V
90 W/m
2
Zie Fig. C en D
30 mm
90 mm
+90°C
+5°C
3 x 0,75 mm
2
2,5 m
VDE
SEMKO
max. dikte 30 mm
T2QuickNet-P
AC 230 V
160 W/m
2
30 mm
70 mm
+90°C
+5°C
3 x 0,75 mm
2
5,0 m
VDE
SEMKO
λ = 1,0 W/mK
15