Hydraulische pijpbuiger
over de hoeksteunen om te voorkomen dat de pijp
kan er van af zou kunnen glijden tijdens het bui-
gen. Zie tabel 1.
Tabel 1 – Minimumpijplengte voorbij het midden
van de pen
Pijpbuitendiam.
in.
mm
/
13,5
1
4
/
17,2
3
8
/
21,3
1
2
/
26,9
3
4
1
33,7
1
/
42,4
1
4
1
/
48,3
1
2
2
60,3
2
/
76,1
1
2
3
88,9
Pennen
helemaal
ingestoken
correcte
positie
Nuluitrichting
Figuur 12 – Hoekindicatoruitrichting – Begin van bocht
Figuur 13 – Bedienen van de handbediende pijpbuiger
74
Min. afstand hartlijn van pen tot
pijpuiteinde
in.
mm
1,6
40
1,6
40
1,9
47
2,0
51
2,1
54
2,3
58
2,5
63
2,2
56
3,3
84
3,7
93
Pijpmaatmarkeringen
Figuur 14 – Bedienen van de elektrische pijpbuiger
3. Blijf de plunjer voorwaarts bewegen om de pijp te
buigen. Wanneer de pijp wordt gebogen, bewegen
de uiteinden van de pijp. Houd voldoende afstand
van de bewegende pijp. Observeer de hoekindica-
toren (figuur 15). Het gemiddelde van de hoeken
gemeten door iedere hoekindicator is ongeveer
gelijk aan de totale gebogen hoek.
Figuur 15 – Hoekindicator – Einde van bocht
Observeer de plunjer terwijl hij uitschuift. Wanneer
u een kleine groef in de plunjer ziet (figuur 16), dient
u de plunjer te stoppen om hydraulische lekken en
plunjerschade te voorkomen.
4. Voor bepaalde pijpmaten (2
plunjerverlengstuk worden gebruikt om een bocht
van 90 graden te maken. Wanneer de groef in de
plunjer (figuur 16) zichtbaar wordt, moet u de plun-
jer stoppen. Zorg ervoor dat de pijp naar behoren
wordt ondersteund om te voorkomen dat ze kan
bewegen of vallen. Draai de ontkoppelingsknop
in de terugtrekstand en trek de plunjer ver genoeg
Hoekindicator
/
", 3") moet er een
1
2