2 Maak een onderste hoofdbandclip los. Zet het masker op het gezicht en trek
de hoofdbanden over het hoofd van de patiënt (B-2). Let erop dat de
bovenste banden over het voorhoofd lopen en de onderste banden onder de
oren zitten.
3 Maak de hoofdbandclip vast aan het maskerframe.
4 Trek voorzichtig de bovenste banden aan (B-3).
5 Trek voorzichtig de onderste banden aan (B-4).
Het kussentje van de voorhoofdsteun moet comfortabel op het voorhoofd
rusten wanneer het masker op zijn plaats zit. Verander de positie van het
kussentje als het scheef zit en niet volledig op het voorhoofd rust.
Opmerking: Zet de hoofdbanden niet te strak vast, want dit kan ongemak,
vouwen in de kussentjes en maskerlekkage veroorzaken. Het Ultra Mirage
NV volgelaatsmasker is ontwikkeld voor een comfortabele afdichting zonder
dat de hoofdbanden te strak hoeven te worden aangetrokken.
6 Het geplaatste masker moet er als volgt uitzien (B-5).
7 Sluit de hoofdluchtslang aan op de bocht (B-6). Sluit daarna het losse eind
van de luchtslang aan op de ventilator en zet de ventilator aan. Als de patiënt
luchtlekkage ervaart rondom het kussentje, moeten de hoofdbanden
wellicht enigszins worden aangetrokken.
8 Als het niet lukt een goede afdichting bij de patiënt te bereiken,
plaats dan het masker opnieuw door het op te tillen en het kussentje
•
comfortabel op het gezicht te plaatsen.
stel de positie van de voorhoofdsteun in door alle vier posities te testen
•
en degene te zoeken waarbij lekkage het beste wordt voorkomen.
trek de hoofdbanden voorzichtig aan.
•
Opmerkingen:
Als het niet mogelijk is lekkage op te lossen heeft uw patiënt wellicht een
•
ander maskerfame en/of een andere afmeting van het kussentje nodig.
Net als bij alle maskerventilatiesystemen kan zich tussen het masker en het
•
gezicht van de patiënt aanzienlijke lekkage voordoen. De lekkage kan
variëren afhankelijk van factoren als positie en slaapfase van de patiënt.
Variatie in lekkage kan de ventilatie van de patiënt in aanzienlijke mate
beïnvloeden en mogelijk aanzienlijke hypoventilatie of hyperventilatie
veroorzaken. De mate waarin dit zich voordoet is afhankelijk van het
vermogen tot lekkagecompensatie van de ventilator.
Lekkage of lekkagevariatie kan leiden tot onjuiste activering van de
•
ventilator.
63