Temperatuur- en vochtigheidssensor
Plaats de sensoren (
,
Anders zou dit tot foutieve meet- resp. regelwaarden kunnen leiden. De vochtigheidssensor mag niet nat raken of
onder water worden gehouden. Defecten veroorzaken foutieve metingen of uitval van de sensor.
2. Basisfuncties
2.1 Veiligheidsschakeling tijdens het programmeren
Door het in werking stellen van de programmeermodus worden voor de veiligheid de twee insteekpunten (
uitgeschakeld.
2.2 Terugkeerfunctie
Wanneer in de programmeermodus er 90 seconden lang geen knop wordt ingedrukt, schakelt de ClimaControl auto-
matisch naar de bedrijfsmodus terug.
2.3 Functiebewaking van externe apparaten
De schakellijst is met LED's (
insteekpunten kunnen binnen 24 uur telkens acht keer in- en uitgeschakeld worden. Bovendien wordt de bedrijfstoe-
stand op het display van het bedieningsdeel (
2.4 Overschrijffunctie
Bij schakeling 2(
) kan alternatief voor de temperatuurregeling een tijdregeling worden gekozen. Reeds geprogram-
meerde temperatuurwaarden worden door de programmering van de timer gewist. De timerinstellingen worden ook
zo gewist, wanneer de temperatuur geprogrammeerd wordt.
2.5 Memoryfunctie
Tegen dataverlies bij een stroomstoring houdt de ClimaControl de geprogrammeerde waarden voor vochtigheid,
temperatuur en tijdeenheden vast. De tijd loopt maximaal vijf uur door, zodat bij een korte stroomonderbreking de
klok niet bijgesteld hoeft te worden.
2.6 Herkennen van breuk, kortsluiting en programmeerfouten
De temperatuur- (
) en vochtigheidssensor (
geen op het display met E1 resp. E2 weergegeven wordt. Voor de zekerheid worden externe apparaten in dat geval
uitgeschakeld. Een programmeerfout van de vochtigheidsinstelling, schakeling 1, wordt met E3 weergegeven. Het
inschakelen van de veiligheidsschakeling voor aangesloten beregeningsinstallaties wordt als fout E4 weergegeven,
omdat de geprogrammeerde luchtvochtigheid niet kan worden bereikt. Een programmeerfout van de instelling voor
de temperatuurtijd, schakeling 2 (
2.7 Zelfkalibrering van de temperatuur- en vochtigheidssensor
De temperatuur- (
) en de vochtigheidssensor (
kalibrering gewoon worden vervangen.
2.8 Beschermingsfunctie
Ter bescherming van elektronische componenten is tussen 2 schakeltoestanden een vertraging van 60 sekonden (tem-
peratuursensor) / 120 sekonden (vochtigheidssensor) ingesteld, voordat de betreffende steekplaats weer actief wordt.
3. Programmeerbare functies
In de programmeermodus kunnen de functies in de hieronder vermelde volgorde worden ingesteld.
3.1 Instellen van de actuele tijd
Fabrieksmatig is de tijd ingesteld op 12:00:00. De tijd wordt bij een reset niet gewist.
3.2 Regeling relatieve luchtvochtigheid
De regeling van de luchtvochtigheid verloopt met een afwijking van 1 %. De luchtvochtigheid kan binnen een bereik
van 10-95 % worden ingesteld. Er kunnen 8 in-/uitschakeltijden geprogrammeerd worden. Fabrieksmatig is een
luchtvochtigheid van 70 % ingesteld. De ClimaControl beschikt over een automatische sorteerfunctie, zodat bij het
verlaten van de programmeermodus de blokken voor wat betreft de tijd in volgorde gezet worden.
) in het terrarium ver genoeg van de verwarmings- resp. vochtigheidsbronnen vandaan.
) uitgerust. Deze lampjes geven de actieve regeling van externe apparaten weer. De
) aangegeven.
) herkennen een kapotte sensor en kortsluiting van de sensor, het-
), wordt met E5 weergegeven.
) zijn precisiemeetinstrumenten en kunnen indien nodig zonder
,
)
5