BR 98.4-5 (bavar. D XI)
De 1895 à 1912, 142 locomotives de la série D XI
ont été construites en tout pour les chemins de fer
bavarois et palatin. Capable de rouler à 45 km/h, ce
type de locomotive a parfaitement rempli jusqu'en
1960 les missions qui lui ont été confiées sur les lignes
d'intérêt local du sud de l'Allemagne. Par comparai-
son avec la célèbre „caisse de verre" (série 98.3),
cette machine possède une puissance supérieure de
50% environ pour une charge autorisée par essieu à
peine inférieure.
En fonction des exigences de l'exploitation, les
convois tractés par cette locomotive étaient souvent
mixtes, c'est-à-dire composés de voitures de voya-
geurs et de wagons de marchandises fort diversifiés.
Elle représente par conséquent une époque roman-
tique révolue.
BR 98.4-5 (Beierse D XI)
Van 1895 tot 1912 werden in totaal 142 locomotieven
van de serie D XI voor de Bayerische en Pfälzische
Eisenbahn geproduceerd. Met een maximumsnelheid
van 45 km/h vervulde dit loctype tot 1960 de aan hem
gestelde eisen voor het lokaalspoorbedrijf in Zuid-
Duitsland. In vergelijking met de bekende Glaskasten
(serie 98.3) bezit deze serie bij zelfs een klein beetje
lagere aslast een ca. 50% hoger vermogen.
Vanwege hun inzet waren de door deze locomotief
getrokken treinverbanden vaak bont uit reizigers-
rijtuigen en goederenwagens gemengd samengesteld
en vertegenwoordigden daardoor de populaire spoor-
wegromantiek van de vroegere tijdperken.
3