NL
Voor de eerste ingebruikname
Laat de koelkast ten minste vierentwintig
uur rechtop staan voordat u de stroom
inschakelt.
Het wordt aanbevolen om de binnenkant
van het apparaat voor het eerste gebruik
te reinigen met een oplossing van
zuiveringszout en warm water en
vervolgens de binnenkant grondig te
drogen.
Let op:
Het apparaat start met
temperatuurinstelling 3 en werkt continu
tot de juiste temperatuur is bereikt.
Wacht bij het uitschakelen van het
apparaat vijf minuten voordat u het weer
inschakelt om onnodige schade aan de
compressor te voorkomen.
Gebruik van de koelkast
• Vloeistoffen in de koelkast moeten
altijd goed afgedekt bewaard worden.
• Zet nooit heet voedsel in de koelkast.
Laat warm voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u het in de
koelkast zet.
• Laat niets tegen de achterwand van de
koelkast komen, om eventuele vorst- en
condensatieproblemen te voorkomen die
moeilijk te verhelpen zijn.
• Zorg ervoor dat het voedsel schoon is
en veeg eventuele waterresten weg
voordat het in de koelkast wordt gezet.
• Vul de koelkast niet te vol. Er moet
voldoende ruimte zijn tussen de
voedingsmiddelen voor de circulatie van
de koele lucht.
Gebruik van de vriezer
• De vriesvakken zijn ontworpen om
alleen diepvriesproducten te bewaren.
• Zet nooit hete of warme
voedingsmiddelen in de vriezer, laat ze
eerst volledig afkoelen voordat u ze in de
vriezer plaatst.
• Bewaar levensmiddelen in kleine
verpakkingen. Dit verkort de invriestijd
en verbetert de kwaliteit van het voedsel
na het ontdooien.
• Ontdooid voedsel mag niet opnieuw
worden ingevroren. Ontdooi alleen
zoveel voedsel als nodig is om verspilling
te voorkomen.
• Gebottelde of ingeblikte dranken
mogen niet in de vriesvakken worden
bewaard, omdat ze kunnen exploderen.
De luchtvochtigheid in de lade
aanpassen
De crisperlade in dit apparaat is voorzien
van een vochtregelaar. Groenten en
soortgelijke producten die onderhevig
zijn aan verwelking (bijv.
spinazieblaadjes, kruiden zoals basilicum,
enz.) moeten in de crisperlade worden
bewaard en de vochtregelaar moet
gesloten blijven (rechts). Door de
vochtregelaar gesloten te houden, wordt
waterdamp in de lade gehouden en
worden de groenten langer knapperig en
vers gehouden.
Rottende vruchten moeten daarentegen
in de crisperlade worden bewaard met
de vochtregelaar volledig open (volledig
naar links). Hierdoor kunnen gassen, die
door bepaalde producten worden
uitgestoten en die het rottingsproces
versnellen, de crisperlade verlaten.
Opslag
Het koelvak is bedoeld voor het kort
bewaren van levensmiddelen. Hoewel
lage temperaturen kunnen worden
gehandhaafd, is een lange termijn
voedselopslag niet aanbevolen.
Aangezien de koude lucht in de koelkast
circuleert, kan de temperatuur tussen de
verschillende gedeeltes verschillen.
Daarom moeten levensmiddelen in
verschillende gedeeltes worden
bewaard, afhankelijk van het type.
Gedeelte 7 is het koudste deel van de
koelkast.
1. Boter, kaas, enz.
2. Voedsel in potten en flessen
3. Drank, bijvoorbeeld melk
71