Belangrijk:
•
De looptestmodus kan worden gestart zodra de detector is
opgestart (led knippert 30 seconden).
•
Zodra de detector is teruggeplaatst op de montageplaat, is er
een interval van 10 seconden voordat de looptest
daadwerkelijk wordt gestart. Hierdoor kan de detector zich
stabiliseren.
•
Wacht 5 seconden tussen looptesten door om de detector te
stabiliseren.
•
De looptestmodus is slechts 2 minuten beschikbaar. Daarna
zal de led voor de looptest geen alarmen meer detecteren. Als
niet alle looptesten binnen deze 2 minuten zijn voltooid,
herhaalt u stap 1 en 2 om de looptestmodes opnieuw in te
schakelen.
•
Nadat de tijd van de looptestmodus verstreken is, keert de
detector terug naar normale werking. In de normale mode zal
de DD205RF/TX-2411-03-1 alleen alarmen melden via de
draadloze verbinding elke 3 of 10 minuten (afhankelijk van de
DIP-schakelaarinstelling) en wordt de led uitgeschakeld om
het batterijverbruik te verminderen.
Het detectie bereik selecteren
Het detectiebereik kan aan specifieke eisen worden aangepast
met behulp van de spiegelstickers (bijgesloten). Het verdient
aanbeveling niet-gebruikte gordijnen die gericht zijn naar wanden
of vensters die zich dicht bij de detector te bevinden, te maskeren.
Spiegelmasker (afb. 9)
Een spiegelmasker is meegeleverd. Plaats deze in het detectie
bereik om voorwerpen te maskeren die zich te dichtbij (binnen 1,5
m) of direct onder de detector bevinden. Hiermee wordt het deel
geblindeerd van de gordijnvelden die zijn gericht op een voorwerp
in de nabijheid van de detector die een loos alarm kunnen
veroorzaken. Verwijder het masker om onderdoorkruipen te
kunnen detecteren.
De zender instellen
De DD205RF bevat een ingebouwde RF zender die wordt gebruikt
in combinatie met een ontvanger. Als u de zender wilt inlezen en
programmeren voor een correcte werking, moet u een
sabotagealarm creëren door de detector van de montageplaat te
verwijderen (afb. 8 A-B).
De detector onderhouden
Wanneer de DD205RF/TX-2411-03-1 goed is geïnstalleerd en
regelmatig wordt onderhouden, zal de detector jarenlang werken
met minimaal onderhoud. U moet de looptest voor de detector
regelmatig uitvoeren, zoals wordt beschreven in Looptest voor de
detector
dit om een goede werking te garanderen.
1.
Maak de binnenkant van de detector schoon met een zachte
borstel of perslucht.
2.
Maak de afdekplaat schoon met een vochtige (water) doek
waar nodig en houd de behuizing vrij van stof en vuil.
Opmerking:
test de detector altijd nadat u deze hebt
schoongemaakt.
20 of 31
De batterijen vervangen
Wanneer het systeem aangeeft dat de spanning van de
detectorbatterijen laag is, moet u de batterijen zo snel mogelijk
vervangen.
1.
Verwijder de detector van de montageplaat (afb. 8A).
2.
Plaats het lint in de batterijhouder in de voet om de batterijen
te verwijderen (afb. 5).
3.
Plaats het lint onder de batterijen om ze te vervangen.
4.
Plaats de batterijen met de juiste polariteit in de
batterijhouder in de voet (afb. 5).
5.
Voer een looptest uit voor de detector om een goede werking
en detectie te garanderen. Zie "Looptest voor de detector
uitvoeren".
6.
Als het bedieningspaneel het bericht "Accu bijna
leeg"aangeeft, moet u de batterijspanning meten. Als een
batterij minder dan 3 VDC heeft, moet u deze vervangen en
stap 1 en 5 herhalen.
Belangrijk:
zodra de batterij is geplaatst, heeft de
DD205RF/TX2411-03-1 3 minuten nodig voor initialisatie voordat
de detector werkt.
Belangrijk:
u moet alle batterijen eerst vervangen om het
batterijlaagsignaal te resetten. Als u een batterijfout wilt
vermijden, installeert u de batterijen precies zoals is beschreven in
de instructies "De batterijen vervangen".
Let op:
Batterijen kunnen exploderen of brandwonden
veroorzaken als ze worden opgeladen, onjuist uit of in elkaar
worden gehaald , of worden blootgesteld aan vuur of hoge
temperaturen.
Vervang de batterijen door: alleen Duracell DL123A of
gelijkwaardig Gebruikte batterijen moeten volgens de plaatselijke
voorschriften worden verwijderd. Houd batterijen buiten het bereik
van kinderen.
Plaats geen batterijen in de batterijhouder van de RF-zender.
Specificaties
Aanbevolen batterij
Levensduur batterij (normaal): *
1 batterij
2 batterijen
3 batterijen
Vergrendelingstijd voor batterij
Stroomverbruik
DD205RFW8
TX-2411-03-1
DD205RFi4
Zenderfrequentie
DD205RFW8
TX-2411-03-1
DD205RFi4
Radarfrequentie
Max Radar uitgangs vermogen op 1 m
DL123 A
1,5 jaar
3 jaar
4,5 jaar
3 min. (fabrieksprogrammering)
(10 min. verlengt de levensduur
van de batterij)
105 µA (normaal)
91 µA (normaal), 24 mA (max.)
95 µA (normaal)
868 MHz
868 MHz GEN2
433 MHz
5,8 GHz
0,003 µW/cm²
P/N 1060783 • REV 2.0 • ISS 07FEB11