Gebruiksaanwijzing
NL
FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSMODI EN INSTALLATIEBESCHRIJVINGEN
A. Toebehoren
Controleer na het uitpakken of de hierbo-
ven vermelde toebehoren zijn inbegrepen
en bekijk waarvoor ze dienen in de inleid-
ing tot de installatie in deze handleiding.
B. Mobiele airconditioner
J. Uitzicht en werking van de afstandsbe-
diening.
Opmerkingen:- De afstandsbediening niet
laten vallen. - De afstandsbediening niet
op een plaats leggen waar deze aan direct
zonlicht wordt blootgesteld.
M. Inleiding tot de werking
Voordat u de handelingen in dit deel
uitvoert:
1) Zoek een plaats dichtbij een stopcon-
tact.
2) Plaats de uitlaatslang en zorg voor de
juiste positie van het venster.
3) Sluit de afvoerslang aan (alleen voor
model met verwarming);
4) Steek het netsnoer in een geaard stop-
contact van AC220~240V/50Hz;
5) Druk op de AAN-/UIT-knop om de
airconditioner aan te zetten.
K&L. Inleiding tot de installatie van de
uitlaatslang
A) Tijdelijke installatie
1.Draai de uitlaatslang in de slangaanslui-
ting en de uitlaat op de achterkant van de
airconditioner
2.Plaats het andere einde van de uit-
laatslang tot tegen de vensterbank.
N. Installatie van de schuifeenheid voor
het venster
De schuifeenheid voor het venster wordt
gewoonlijk 'horizontaal' en 'verticaal'
geplaatst. Controleer, zoals wordt weerge-
geven op Afb.5 en Afb.5a, de mininum- en
maximumafmetingen van het venster vóór
het installeren.
1. Plaats de vensterkit op het venster;
2. Pas de lengte van de schuifeenheid
voor het venster aan, overeenkomstig de
breedte of de hoogte van het venster en
bevestig het geheel met de plug;
3. Steek de slang voor de vensteraanslui-
ting in het gat van de vensterkit.
O. Alarmfunctie interne watertank vol
De interne watertank van de airconditioner
is uitgerust met een veiligheidsschakelaar
72
voor het waterpeil, die het waterpeil con-
troleert. Als het waterpeil een ingestelde
hoogte bereikt, gaat het indicatielampje
voor volle watertank branden. (als de tank
vol is,
haal dan de rubberen stop uit de onder-
kant van de eenheid en laat het water
weglopen.)
H. Toelichting bij onderhoudsaanwijzing-
en:
Het is erg belangrijk dat het filter
regelmatig gereinigd wordt;
anders kan het vermogen van de
airconditioner omlaag gaan en
kan deze zelfs ernstige schade
oplopen.
1) Zorg er voor het reinigen voor dat de
elektrische voeding wordt losgekoppeld;
2) Gebruik geen benzine of andere chemi-
caliën om de eenheid te reinigen;
3) De eenheid niet rechtstreeks wassen;
4) Neem contact op met de verdeler of de
reparateur als de airconditioner bescha-
digd is.
1. Luchtfilter
-Als het luchtfilter verstopt raakt met stof/
vuil, moet het luchtfilter elke twee weken
worden gereinigd.
-Demonteren
Open het luchtinlaatrooster en verwijder
het luchtfilter.
-Reiniging
Reinig het luchtfilter met een neutraal
schoonmaakmiddel en lauw water ( 40°C )
en laat het in drogen in de schaduw.
-Monteren
Plaats het luchtfilter in het inlaatrooster en
plaats de onderdelen terug op hun oors-
pronkelijke plaats.
2. Reinig eerst het oppervlak van de
airconditioner. Reinig het oppervlak met
een neutraal schoonmaakmiddel en een
natte doek en veeg het daarna af met een
droge doek.
E. Voor gebruik
Controleer of de uitlaatslang goed is
gemonteerd. Aandachtspunten bij koelen
en ontvochtigen: -Als de functies koelen
en ontvochtigen worden gebruikt, laat
dan minstens 3 minuten tussen het UIT- en
INSCHAKELEN.
-Zorg ervoor dat de voeding voldoet aan
de vereisten.
-Zorg ervoor dat een AC-stopcontact
wordt gebruikt.
-Sluit geen andere apparaten aan op het
stopcontact.
-De voedingsspanning is
AC220-240V, 50Hz
Indien niet aangesloten: De toetsen en
indicatielampjes zijn niet zichtbaar. Indien
aangesloten: Het indicatielampje van de
aan-/uit-toets en de timertoets zijn half
verlicht voor bediening.
1. AAN-/UIT-TOETS
Druk om de eenheid 'ON' (aan) of 'OFF' (uit)
te schakelen
2. WERKING
Druk op deze toets om koelen, ontvochti-
gen of ventilator te selecteren.
3. TOETS TEMPERATUURREGELING (OM-
HOOG)
Tijdens koelen: Deze toets verhoogt de
vooraf ingestelde temperatuur met 1°C
elke keer wanneer er op wordt gedrukt, de
maximumtemperatuur is 30°C.
Bij gebruik van de timer: Verlengt de tijd
van de timer, Deze toets verlengt de tijd
met 1 uur elke keer wanneer er op de
toets wordt gedrukt en de cyclus wordt
verlengd.
4. TOETS TEMPERATUURREGELING (OM-
LAAG)
Tijdens koelen: Deze toets verlaagt de
vooraf ingestelde temperatuur met 1°C
elke keer wanneer er op wordt gedrukt, de
minimumtemperatuur is 17°C.
Bij gebruik van de timer: De tijd van de
timer verkorten, Deze toets verkort de tijd
per 1 uur elke keer wanneer er op wordt
gedrukt en de cyclus wordt verkort.
5. L.E.D. SCHERM
Het scherm geeft de huidige ingestelde
temperatuur of de instelling van de timer
weer. Als de instelling van de temperatuur
of de timer wordt aangepast, wordt de
nieuwe instelling weergegeven en geeft
het scherm daarna de huidige ingestelde
temperatuur opnieuw weer.
Het scherm geeft ook foutcodes weer
※