16. Sla of schudt niet met het toestel, zeker niet tijdens de werking, anders zal
het automatisch uitvallen. In dit geval, herstart het toestel.
17. Na enige tijd kan er stof of vuil in de watertank belanden. Het is aangeraden
om de watertank op regelmatige basis stof- en vuilvrij te maken en het
water te vervangen.
18. Zet het toestel niet onder het stopcontact.
19. Ledig de watertank als het toestel niet in gebruik is.
20. Probeer het toestel niet opnieuw te gebruiken nadat het slecht
functioneerde. Stuur het toestel naar een service center voor herstelling.
21. Gebruik het toestel niet voor andere doeleinden dan waarvoor het geschikt
is.
22. Gebruik het toestel niet als de stroomtoevoerkabel beschadigd is. In dat
geval, stuur het toestel dan naar een service center. De stroomtoevoerkabel
moet vervangen worden en deze zijn beschikbaar in het service center of bij
de producent.
23. Hou het toestel buiten het bereik van kinderen. Nauwlettend toezicht
aangewezen in nabijheid van kinderen. WAARSCHUWING: gebruik het
toestel niet op plaatsen waar kinderen het toestel kunnen aanraken, en laat
ze ook niet zelf het toestel bedienen.
24. Hou de stroomtoevoerkabel uit de buurt van scherpe of warme voorwerpen.
25. Maak het toestel grondig schoon alvorens het voor de eerste keer te
gebruiken.
26. Gebruik geen staaldraadsponsjes om het toestel proper te maken. Het kan
de buitenkant van het toestel beschadigen en elektrocutie veroorzaken.
27. Reinig het toestel niet met ontvlambare vloeistoffen.
28. Voorkom het gebruik van een gedeeld stopcontact (met andere toestellen).
29. Sluit altijd eerst het toestel aan in het stopcontact. Zet het toestel altijd
steeds op OFF alvorens de stekker uit het stopcontact te trekken.
30. Gebruik geen mengeling van nieuwe en oude batterijen in de
afstandsbediening.
31. Haal de batterijen uit de afstandsbedieningen indien het toestel niet in
gebruik is.
35