7. Aan het netwerk aansluiten
Vooraleer het toestel aan een elektriciteitsbron wordt aangesloten controleren of de
voedingsspanning met de op de typeplaat weergegeven waarde correspondeert.De
voedingsinstallatie van het toestel dient te worden uitgevoerd in overeenstemming met
belangrijkste vereisten betreffende de elektrische installatie en dient aan de veiligheidseisen
voor gebruik te voldoen. De parameters van de minimale diameter van de voedingskabel en de
minimale waarde van de zekering afhankelijk van het vermogen van het toestel worden in de
onderstaande tabel weergegeven.
De installatie dient door een bevoegde elektricien te worden uitgevoerd. Bij gebruik van
verlengkabels dient men te controleren of de diameter van de draad niet kleiner dan vereist is
(zie tabel). De elektrische kabel zo plaatsen dat hij tijdens bedrijf niet doorgesneden kan
worden. Geen beschadigde verlengkabels gebruiken.De technische toestand van de
voedingskabel periodiek controleren. Aan de voedingskabel niet trekken.
Het vermogen van het
toestel [W]
leidingdiameter [mm2]
<700
700÷1400
1400÷2300
>2300
8. Het toestel aanzetten
De in dit hoofdstuk omschreven instellingen altijd bij losgekoppeld stekker uitvoeren.
Eerst van beëindiging ervan het moflasappaaraat inschakelen.
DED7515
De bedieningsknoppen van het apparaat bevinden zich aan de bovenkant van de behuizing. Er
zijn hier twee schakelaars (afb. A pos. 6,7) stand "I" voor de inschakeling van het
verwarmingselement en stand "O" voor de uitschakling. De inschakeling van een schakelaar
(afb. A pos.6) activeert het verwarmingselement 800W. De inschakeling van twee schakelaars
(afb. A pos. 6+7) activeert twee verwarmingselementen en het bedrijf met 1500W. De
inschakeling van het verwarmingselement wordt met een controlelampje gesignaleerd. Het
opwarmingsproces wordt met een controlelampje naast de schakelaar gesignaleerd (afb. A,
pos. 4,5).
DED7516
De bedieningsknoppen van het apparaat bevinden zich aan de zijkant van de behuizing onder
het temperatuurdisplay. Er zijn hier vier knoppen: (
indrukken), voorbereiding voor de aanpassing van de temperatuur 200° C (knop 2 keer
indrukken); (
)- cursorpositie instellen; (
temperatuur verlagen. Zie afb. D.
Om het moflasapparaat te starten, druk na instelling van de temperatuur (
9. Gebruik van het toestel
DED7515
Schroef aan de verwarmingsplaat (afb. A pos. 2) de gekozen laselementen (afb. B pos. 9) vast.
Daarna stel met de regelaar (afb.A, pos. 9) de gewenste temperatuur in. Nu schakel het apparaat
in en start met de schakelaar (afb. A, pos. 6,7).Na de inschakeling van het apparaat afwachten tot
de gewenste temperatuur wordt bereikt (<6min. bij eerst ingebruik zetten). Boven de schakelaar
bevinden zich de controlelampjes die over de werking informeren.
Brandend rond controlelampje naast de schakelaar van het verwarmingselement betekent dat
het moflasapparaat de gewenste temperatuur nog niet heeft bereikt. De hoofden van de gelaste
buizen moeten loodrecht zijn (snijden wordt met geleverd schaar uitvoeren).
DED7516
Schroef aan de verwarmingsplaat gekozen lasbussen vast. Schakel het apparaat in. Na
inschakeling van het moflasapparaat verschijnt op het display de temperatuur en druk daarna
(
) aan de rechter zijde op het apparaat. Op het display wordt de knipperende temperatuur "270
C" afgelezen, daarna stel met (
) de cursor (knippert) op het cijfer "7" in en stel met een pijl naar
beneden de gewenste cijfer tussen 0-7 in. Druk opnieuw (
cijfer "0" binnen het bereik 0-9 in.
Aan de linkerkant van het beeldscherm zijn er twee lampjes: OUT-rood, ALM-groen. Brandend
rood lampje betekent dat het moflasapparaat de gewenste temperatuur nog niet heeft bereikt.
Wanneer rood lampje uitschakelt, begint het groene lampje te branden, het moflasapparaat is
dan paraat. Blinkend rood en groen lampje betekent het opwarmen.
In acht nemen dat de hoofden van de gelaste buizen loodrecht moeten zijn (snijden wordt met
geleverd schaar uitvoeren). Twee elementen worden verbonden met het moflasapparaat door
het tegelijk verwarmen van twee elementen. De toepasselijke verwarming temperaturen en
verwarmingstijden worden door de fabrikanten van de buizen bepaald. Handel volgens door hen
opgegeven richtlijnen.
DED7515, DED7516
Het moflasapparaat werkt met middellijnen Ø20–63mm
Tabel met de geschatte verwarmingstijd van de buizen.
Wanneer de omgevingstemperatuur (van de buis) lager is dan 5°C moet de verwarmingstijd met
50% worden verlengd. Afhankelijk van de behoeften kan de temperatuur door de wijziging van de
instelling van het thermostaat worden gecorrigeerd. De in het tabel opgegeven waarden zijn
indicatief. De toepasselijke verwarming temperaturen en verwarmingstijden worden door de
fabrikanten van de buizen bepaald. Handel volgens door hen opgegeven richtlijnen.
LET OP: Het moflasapparaat werkt tot de temperatuur ~300°C,tijdens het werk bestaat
het risico op brandwonden. Werk met handschoenen om brandwonden te voorkomen.
Vóór het lassen van de installatie maakt een proef-lassennaad;
ź
Zorg ervoor dat de werktemperatuur van het moflasapparaat geschikt voor gebruikt
ź
materiaal is;
Volg altijd de aanbevelingen van de fabrikant van de buizen, te lange of te korte
ź
opwarming kan lekken veroorzaken;
ź
De lasdoorns mogen na het aanbrengen niet buiten de omtrek van de verwarmingsvoet
uitsteken.
10. Lopende handelingen
Let op: alle onderhoudswerkzaamheden moeten met uitgeschakeld apparaat worden
uitgevoerd, bij losgekoppeld stekker, na het afkoelen van de verwarmingsvoet en de
moffen. Nooit actief afkoelen (bv. door gieten met water)!
18
De minimale
De minimale waarde van de
zekerheid type C [A]
0,75
1
1,5
2,5
) - temperatuurdisplay (knop één keer
)-de ingestelde temperatuur verhogen; (
) in en stel de waarde van de laatste
Controleer van tijd tot tijd de technische toestand van het moflasapparaat.
Controleer of op het oppervlak van de bussen geen krassen zijn die op beschadiging van het
beschermingsoppervalk wijzen, het oppervlak tegen plakken van het kunststof aan de bussen
beschermen. Maak het oppervlak van de bussen met een schone doek na het verwijderen van de
verwarmingsplaat schoon, maak het zo zacht dat het oppervlak van de voet of doornen niet
worden beschadigd. Wanneer beschadiging van de appraatelementen (scheuren, vervorming
e.d.) wordt geconstateerd niet meer met het apparaat werken. Het defecte moflasapparaat naar
het servicedienst opleveren. Controleer systematisch de toestand van de kabel en de elektrische
onderdelen.
Zorg ervoor dat de aangebrachte systeem van lasdoorns is vastgemaakt. Draai de lasdoorns niet
vast wanneer de verwarmingsvoet heet is!
Na elk gebruik:
- Stel de minimale temperatuur in.
- Haal de stekker uit het stopcontact.
- Laat het moflasappaarat voor het afkoelen uit de buurt van derden (minimum 45 minuut!).
- Na het afkoelen verwijder en reinig de lasdoornen van eventueel kunststof.
- Bewaar in de fabrieksverpakking.
Aanbrengen, vervangen van de verwarmingseindstukken
DED7515
1. Verwarmingsonderdeel (afb. A, pos. 2) heeft twee bevestigingsopeningen (die dwars het
6
verwarmingsonderdeel lopen).
2. Afhankelijk van de doorsnede van de gelast buizen wordt aan het verwarmingsplaat het set
10
(afb. B, pos. 9) van de elementen voor het verwarmen van binnenste en buitenste oppervlakken
(De elementen zo aanpassen dat ze na het aanbrengen niet buiten de omtrek van de
verwarmingsvoet uitsteken).
16
3. Verbind de bussen op het verwarmingsplaat.
4. Zet de schroef door de elementen van de binnenste (smalle) naar de buitenste (bredere) door
16
omdat alleen in het buitenelement een schroefdraad is.
5. Met de meegeleverde inbussleutel de schroef/schroeven vastdraaien.
DED7516
- Neem lasdoorns van gewenste diameter uit de verpakking en verdeel.
- Beide onderdelen plaats op beide zijden van de voet met vlak gedeelte naar binnen tot op de
hoogte van montageopening.
- Zet de bevestigingsschroef door de openingen in de binnenste lasdoorn en in de voet.
- Door de buitenste lasdoorn te houden, draai de schroef met meegeleverde sleutel.
11.De storingen zelfstandig verwijderen
)- de
) in.
Heeft de voorgestelde oplossing geen effect geleverd of een andere niet omschreven storing is
voorgekomen, wordt het dan aangeraden het apparaat voor de reparatie te leveren.
12. Samenstelling van het apparaat, slotopmerkingen
DED7515
Samenstelling volgens de Afb. B:
1. Zeskantsleutel (inbussleutel); 2. Schroevendraaier; 3. Rolmaat; 4. Aflegstandaard; 5.
Koffer; 6. Beschermende handschoenen; 7. Schaar voor buizen; 8. Moflasapparat DED7515;
9. Verwarmingsuiteinden (lasdoorns) - 6 sets: f20, 25, 32, 40, 50, 63
DED7516
Samenstelling volgens de Afb. F:
1. Moflasapparaat; 2. Stet van 6 bussen met diameters :f20, 25, 32, 40, 50, 63; 3. Standaard
4. Inbussleutel 6; 5.Schroevedraaier; 6. Metalen koffer
Slotopmerkingen
Bij bestelling van de reserveonderdelen gelieve nummer van een onderdeel op te geven - zie
specificatie en schema voor samenstelling. Gelieve het beschadigde onderdeel beschrijven en
de indicatieve beoordelingstermijn van de aankoop van het apparaat opgeven.
In de garantieperiode worden de reparaties onder de condities als opgegeven in de
Garantiekaart uitgevoerd. Het defecte product voor de reparatie naar de aankoop punt leveren
(de verkoper is verplicht om het product te aanvaarden) of naar de Servicedienst DEDRA-EXIM
sturen (contactadres is op pagina 2 van de Gebruiksaanwijzing en Garantiekaart opgegeven).
Gelieve de door DEDRA-EXIM opgestelde Garantiekaart meeleveren. Zonder dit document
wordt de reparatie beschouwd als buiten de garantieperiode.
Na afgelopen garantieperiode wordt de reparatie door Centraal Servicedienst uitgevoerd. Het
defecte product wordt naar het Service gestuurd (vervoerkosten op rekening van de gebruiker)
13.Overzicht van de onderdelen voor de assemblagetekening (Afb. G, H )
DED 7515
1.
Schakelaars
2.
Controlelampjes
3.
Handgreep
4.
Beschermingskap
5.
Onderbouw
6.
Verwarmingsvoet
7.
Verbindingsstuk
8.
Schroef
9.
Isolatiestuk
10. Thermostaat
11. Thermostaatknop
12. Klinknagel
13. Voedingskabel
DED 7516
1. Verwarmingsvoet.
2. Verbindingsstuk
3. Isolatiestuk
4. Radiator
5. Onderbouw
6. Schroef
7. Behuizing
8. Elektronisch plaat
9. Bevestiging van de kabel
10. Schroef
11. Buigstuk
12. Voedingskabel