SMOKER GEBRUIKEN
1.
Open het deksel van de grillkamer. Zet de schakelaar op ON (I)
en de temperatuurregelaar op SMOKE.
2. Zodra de pellets beginnen te branden en witgrijze rook uit de
grill komt, sluit je het deksel en draai je de temperatuurrege-
laar op de gewenste stand.
TIP: Laat je smoker minstens 10 minuten opwarmen en plaats
voedsel pas in de smoker zodra de gewenste temperatuur bereikt
is. Als je voedsel eerder in de smoker plaatst warmt deze minder
snel op.
3. Waarschuwing: schakel de smoker niet direct uit nadat je
voedsel gaar is, maar stel de regelaar in op COOL DOWN. In
deze modus blijft de ventilator nog 10 minuten draaien; hier-
bij worden de overgebleven pellets in de verbrandingskamer
opgebrand.
4. Trek de stekker pas uit het stopcontact nadat het COOL
DOWN-programma afgelopen is.
!
WAARSCHUWING: start de smoker altijd met het deksel
open. Stel de temperatuurregelaar tijdens gebruik niet in
op COOL DOWN.
TEMPERATUURSENSORS GEBRUIKEN
Met de meegeleverde temperatuursensors kun je altijd de kerntemperatuur van je voedsel controleren.
1.
Plaats een of beide temperatuursensors in de contrastekker(s) aan het bedieningselement.
2. Steek de temperatuursensor(s) in de grillkamer door de voorziene opening.
3. Steek de temperatuursensor in het dikste stuk tot ongeveer het midden van je voedsel.
4. Om de temperatuur af te lezen, druk je de schakelaar aan het bedieningselement kort in om de
juiste temperatuursensor te kiezen (sensor 1 of 2). De gemeten temperatuur wordt nu weergegeven.
Hierna schakelt het display automatisch terug naar de temperatuur van de gaarkamer.
SMOKER OPNIEUW STARTEN
!
WAARSCHUWING: indien de smoker niet ontsteekt of het vuur in de verbrandingskamer dooft
tijdens gebruik (terwijl er genoeg pellets in de pelletkamer zijn), moet het overschot aan pellets
verwijderd worden zoals hieronder beschreven. Een overschot aan onverbrande pellets kan lei-
den tot oververhitting van je smoker.
1.
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht tot de smoker volledig afge-
koeld is. Verwijder de roosters, de vetafvoerplaat en de hittegeleidingsplaat.
2. Verwijder alle onverbrande pellets en de as uit de binnenkant van het apparaat en rondom de ver-
brandingskamer (zie AS VERWIJDEREN).
3. Steek de stekker weer in het stopcontact en zet de smoker aan. De pellets zouden nu weer in de
verbrandingskamer moeten vallen, en de ontstekingsstaaf moet beginnen te gloeien.
!
WAARSCHUWING: raak de ontstekingsstaaf nooit aan. Verbrandingsgevaar!
71