Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
CENTERLINE Vlinderkleppen Serie VIA/RS
DN 40-600
CENTERLINE vlinderkleppen serie VIA/RS zijn geschikt
voor gebruik tussen lasflenzen volgens DIN 2632 PN 10,
DIN 2633 PN 16 of ANSI B 16.5 Class 150. Bij gebruik
van andere flenzen moet de geschiktheid onderzocht
worden.
De uitwendige diameter van het ringtype huis (zie afb.
"A") is zo gekozen, dat de centrering plaats vindt door
middel van de flensbouten. Aanflenstype huizen (zie afb.
"B") zijn voorzien van boutgaten waarin de flensbouten
vanaf beide zijden dienen te worden ingedraaid. De bou-
tlengte moet zo gekozen worden, dat de bouten diep
genoeg in de schroefdraad gedraaid kunnen worden,
maar bij ingespannen klep niet tegen elkaar stoten (voor
boutlengtes zie informatie-blad RS/DB-0013/...).
Aanflenstype huizen worden bij de montage automatisch
gecentreerd. Ze kunnen ook eenzijdig aan een pijplei-
ding gemonteerd worden als eindafsluiter. Bij de inzet
als eindafsluiter moet een tegenflens volgens DIN2632
PN10, DIN2633 PN16 of ANSI B16.5 Class 150 worden
gebruikt. Zodoende is een absolute dichtheid gegaran-
deerd. Bij gassen is het gebruik als eindafsluiter niet toe-
gestaan. CENTERLINE Vlinderkleppen Serie VIA/RS
hebben geen voorgeschreven doorstroomrichting en
kunnen in iedere gewenste stand worden gemonteerd.
Bij het gebruik in mediums die de neiging vertonen vaste
stoffen af te zetten, raden we een montage aan met hori-
zontaal liggende spil, en wel zo dat de onderste dichtlijst
van het klepblad opent in doorstroomrichting.
De zitting van het huis is tegelijk de flenspakking.
Losse flenspakkingen mogen niet gebruikt worden.
1. Montage
De montage kan gemakkelijk en snel worden uitge-
voerd:
1.1 Klep sluiten en voorzichtig tussen de flenzen schui-
ven.
1.2 Flensbouten op hun plaats brengen en gelijkmatig
aandraaien, tot metaal-op-metaal kontakt van flens
en klephuis. (Verder aantrekken veroorzaakt vervor-
ming van de flenzen).
1.3 Kontroleer funktionering van de afsluiter door de
klep geheel te openen en te sluiten.
2. Onderhoud
Gewoonlijk vergen CENTERLINE vlinderkleppen
serie VIA/RS geen onderhoud zoals smering e.d.
Indien nodig kunnen alle onderdelen met behulp van
normale gereedschappen binnen enkele minuten
vervangen of gekontroleerd worden.
3. Verwijderen
De klep wordt als volgt uit een leiding verwijderd:
3.1 Overtuig u dat de leiding aan beide zijden van de
klep drukloos is.
3.2 Klep sluiten.
3.3 Flensbouten verwijderen en klep voorzichtig uit de
leiding halen. Let op dat de zitting hierdoor niet
wordt beschadigd.
4. Demonteren van de klep
4.1 Klep geheel openen.
4.2 Bevestigingsbouten van de aandrijving of handbe-
diening losdraaien en de aandrijving samen met de
bovenas (4) uit het huis (1) lichten.
4.3 Spindelborging (12) verwijderen, bovenspindel (4)
met opsluitring (8) en lagerbus (7) uit het huis trek-
ken.
4.4 Passtift (6) en onderspindel (5) uit onderhuis (1) ver-
wijderen.
4.5 Klepblad (2) rechtlijnig uit de zitting van het huis
drukken (niet kantelen). Bij diameter DN350-600
tevens lagerbus (11) uit het klepblad verwijderen.
4.6 Zitting (3) uit het huis schuiven of voorzichtig uitper-
sen.
5. Montage van de klep
De montage vindt in omgekeerde volgorde plaats
als beschreven onder punt 4. Zitting van de klep aan
de buitenzijde, en tevens de onder-en bovenas zelf
voor montage van een dunne laag vet** voorzien.
Bij het inzetten van de bovenas (4) het vierkante uit-
einde van de as zodanig richten dat dit in het vier-
kante gat van het klepblad past. Sla de as er nooit
met geweld in. Zorg ervoor dat de stand van de hen-
del of de standaanwijzer van de aandrijving over-
eenkomt met de stand van het klepblad.
Monteer de klep in de leiding als voorheen aange-
geven.
Gebruik nooit geweld bij montage of demontage.
**Aanbevolen vet:
OKS 462, Fa. OKS, Triebstr. 9, D-80993 München
7
NL
Publicidad
