VOOR INGEBRUIKNAME
1.
Haal het apparaat en het toebehoren voorzichtig uit de verpakking. Bewaar
de verpakking om het later op een veilige manier te kunnen opbergen of
transporteren. Als u de verpakking wilt weggooien, doe dit volgens de geldende
wetgeving.
2. Controleer of de inhoud van de verpakking volledig en niet beschadigd is. Als
de inhoud in de verpakking niet volledig of beschadigd is, gebruik het apparaat
niet. Breng het onmiddellijk terug naar uw handelaar.
3. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon voor ingebruikname. Raadpleeg
de sectie REINIGING EN ONDERHOUD.
4. VEILIGHEIDSSYSTEEM
Als het apparaat in werking is, wordt het onmiddellijk gestopt wanneer u de
kantelkop omhoog brengt. De motor draait niet wanneer de kantelkop omhoog
is gebracht. Om de werking te hervatten, breng de kantelkop omlaag en draai
de schakelaar terug naar "0". Selecteer vervolgens een snelheid om het mixen te
hervatten.
HET KOFFIEZETAPPARAAT GEBRUIKEN
Voorbereiding
Voor het zetten van koffie, zorg dat de koffiekan altijd schoon is. Resten in de
koffiekan hebben een negatief effect op de koffiesmaak.
1.
Open het deksel van het waterreservoir en vul het waterreservoir met water tot
het teken met het gewenste aantal kopjes. Het waterpeil of het aantal kopjes kan
worden afgelezen met behulp van de waterpeilaanduiding op het waterreservoir.
Vul het waterreservoir nooit boven het MAX teken. Het MAX teken geeft het
maximum aantal kopjes per koffiezetcyclus aan.
2. Draai de filterhouder naar buiten.
3. Plaats een papieren koffiefilter of de meegeleverde permanente filter in de
filterhouder.
4. Giet de gewenste hoeveelheid gemalen koffie in de koffiefilter.
5. Draai de filterhouder terug totdat deze op zijn plaats klikt.
OPMERKING: Plaats de koffiekan alleen op de warmteplaat nadat de filterhouder
opnieuw naar de oorspronkelijke positie is gedraaid.
De koffiezetcyclus starten
RISICO OP BRANDWONDEN! Buig tijdens de koffiezetcyclus nooit over het
stoomvrijgavegat heen, hete stoom worden namelijk vrijgegeven.
1.
Schuif de koffiekan met het deksel op de warmteplaat. Zorg dat de anti-
druppelklep tijdens deze stap omhoog wordt geduwd.
2. Wikkel het snoer volledig af en steek de stekker in een gepast stopcontact.
3. Druk op de aan/uit-schakelaar om het koffiezetapparaat in te schakelen. Het
aan/uit-controlelampje brandt en het koffiezetcyclus start.
4. Zodra al het water door het apparaat is gelopen, druk op de aan/uit-schakelaar
om het koffiezetapparaat uit te schakelen. Het aan/uit-controlelampje dooft en
het koffiezetapparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
5. Schakel de stekker na elke koffiezetcyclus uit het stopcontact.
6. Wacht ongeveer 1 minuut en haal de koffiekan dan van het koffiezetapparaat af
om koffie te schenken. Neem de koffiekan alleen bij het handvat vast.
WKCM325_Coffee Makerr_5L_IB.indd 25
NL
25
11/11/2019 14:07:32