Messtechnik der Zukunft
MANUAL DE INSTRUCCIONES
CONTADOR DE MEMBRANAS RF1
Importantes instruciones de seguridad
Utilizar este contador para gases limpios y secos. En el caso
de utilización para gases agresivos, deberán contactar con
Itron para una versión especial.
Deberán respetar todas las reglamentaciones nacionales
referentes a los contadores de gas.
Las condiciones de funcionamiento indicadas en la placa de
caracteristicas, en particular la presión maxima de servicio y
el caudal maximo deben respetarse.
Transporte y almacenamiento
Antes de su instalación, es necesario verificar que el
contador no ha sido dañado durante el transporte. Si ésto ha
sucedido, deberán comunicarlo a la agencia de transporte.
Los tapones de protección de la entrada y salida del
contador deben sacarse justo en el momento de la
instalación del contador.
Rango de temperatura de almacenamiento : -40°C à +70°C.
Manipular el contador con precaución durante el transporte,
los golpes deberán evitarse. El contador debe ser
transportado e instalado verticalmente.
Instalación y puesta en servicio
El contador debe instalarse sin tensiones en la canalización.
El lugar de instalación debe ser accesible, seco y sin hielo.
Deberá evitarse todo contacto con paredes y con el suelo.
Una flecha en el cuerpo del contador indica el sentido del
gas.
Verificar que las superficies de estanquidad y los elementos
de conexión
no están sucios o dañados.
Par de apriete a aplicar en las conexiones:
Se aconsejan los siguientes valores para proporcionar el
mejor resultado. Pueden diferir para otros tamaños de
conexión o para otros tipos de juntas.
Conexiones del
contadore según
DIN 3376
Bitubo DN20
Bitubo DN25
Bitubo DN32
Monotubo DN25
La apertura de la válvula
lentamente, la válvula aguas abajo si existe, deberá
permanecer cerrada.
Las sobrepresiones pueden dañar el contador y por
consecuencia estan prohibidas.
Después de la puesta en servicio, la estanquidad de la
instalación debe ser verificada.
© Copyright 2017. Art-Nr. 240-099-4006 · Alle Rechte vorbehalten. - Änderungen vorbehalten. Technischer Stand: 05 / 2017.
WDV Molliné GmbH · Kupferstraße 40-46 · 70565 Stuttgart · Tel. 0711 / 35 16 95 - 20 · Fax 0711 / 35 16 95 - 29 · www.molline.de
Rango de par de apriete para
raccords no engrasados (Nm)
DIN EN 549
DIN 3535 T6
(Elastomer)
AFM 30
8 – 20
25 -40
10 -25
35 -55
14 -35
80- 120
16 – 40
100 – 150
aguas arrriba debe realizarse muy
INSTALLATIE VOORSCHRIFT
BALGENGASMETER RF1
Belangrijke veiligheids instructies
Gebruik deze meter alleen voor schone en droge gassen. Bij
het van meten van aggressieve gassen, svp contact
opnemen met Itron voor speciale versies.
Alle nationale regels mbt gasmeters moeten gerespecteerd
worden.
De kenmerken, aangegeven op de telwerkplaat, speciaal de
max. werkdruk en capaciteit moeten gerespecteerd worden.
Transport en opslag
Voor installatie, dient de meter gecontroleerd te worden op
mogelijke beschadiging tijdens transport. Elke schade moet
onmiddelijk gemeld worden aan de transporteur.
De doppen, op de in en uitlaat aansluiting, tijdens installatie
niet verwijderen.
Opslag temperatuur : -40°C tot +70°C
Behandel de gasmeters met zorg tijdens transport.
Schokken moeten worden voorkomen. Houdt de meter
vertikaal tijdens het transport en installatie.
Installatie en inbedrijfsname
Installeer de meter spanningsvrij in de leidingen
De plaats van de meter moet toegankelijk zijn, droog en
ijsvrij. Vermijd direct contact van de meter met de grond of
betonnen wanden.
Een stromingspijl op het meterhuis geeft de stromingsrichting
aan.
Controleer of de afdichtvlakken en leidingenniet beschadigd
of vuil zijn.
Aanhaalmoment voor pijpaansluitingen:
Onderstaande waarden worden geadviseerd.
Dezen kunnen verschillen voor andere maten en pakkingen.
Gas meter
aansluiting volgens
DIN 3376
2 pijps DN20
2 pijps DN25
2 pijps DN32
1 pijps DN25
Open, heel langzaam, de inlaatklep bij het op druk brengen
van de meter dit ter voorkoming van drukpulsen terwijl de
uitlaatklep (indien aanwezig) openstaat.
Overdruk kan schade veroorzaken aan de meter en is
daarom verboden.
Na ingebruikname moet de dichtheid van de installatie getest
worden.
Aanhaalmoment reeks voor
ongesmeerde bouten (Nm)
DIN EN 549
DIN 3535 T6
(Elastomer)
AFM 30
8 - 20
25 -40
10 -25
35 -55
14 -35
80- 120
16 - 40
100 – 150